Wandelingen door het Zeeuwse landschap
Neeltje Jans
door Chiel Jacobusse
Veel natuurgebieden kunnen bogen op een rijke ontstaans
geschiedenis, waarbij gebeurtenissen uit het verleden een
blijvend stempel gedrukt hebben op het landschap en daar
mee op de natuurwaarden van nu. Inpolderingen, dijkdoor
braken en allerlei andere facetten van het eindeloze getouw
trek tussen de mens en de elementen hebben hun sporen
nagelaten. Sporen die juist in naftiurgebieden vaak nog
verrassend goed intact zijn. Neeltje Jans mist die dimensie.
Als piepjong natuurgebied oogt alles er maagdelijk en nieuw.
Niet dat Neeltje Jans geen allure zou hebben. De heroïek ligt
er voor het grijpen. Het is dezelfde moed en dadendrang die
middeleeuwse kloosterlingen aan de dag legden voor de
eerste primitieve poldertjes. De stormvloedkering en al wat er
bijhoort is het hoogtepunt van het technisch-kunnen van de
moderne waterbouwers.
De doeners van het eerste uur
zijn allang vertrokken, maar in
hun kielzog zijn opnieuw bull
dozers en ander zwaar materieel
aan de slag. Dit keer om het
troosteloze landschap van zand,
slakken en beton om te vormen
tot een aantrekkelijk natuur
gebied. Het begon allemaal zo'n
jaar of vijf geleden in een zaaltje
van het Topshuis. Daar was de
eerste bijeenkomst van een
werkgroep van ambtelijke- en
particuliere natuurbeschermers
en waterstaatsmensen om te
brainstormen over een natuur
lijke toekomst voor Neeltje Jans.
In de bestaande toekomst
plannen van de overheid was
aan een groot deel van Neeltje
Jans de bestemming „natuur"
toegedacht. Maar daarbij stond
geen concreet beeld voor ogen
hoe het zou moeten worden.
Bij de werkgroep was aan
ideeën geen gebrek. De Matten-
haven omvormen tot zeehon
dencrèche, een glazen tunnel
door de zee om het onderwater
leven te bekijken, - het zijn maar
een paar ideeën die boven
kwamen drijven en het uitein
delijk toch niet haalden.
Wat er tenslotte uit de bus kwam
was de vorming van een scala
van typerende kustlandschappen
die met elkaar een representatief
beeld vormen van wat er op de
grens van zee en land in de
Delta te vinden is.
Naast alles wat er til was rond
Neeltje Jans werd voorzien in de
kunstmatige aanleg van een
duinlandschap, een vogeleiland,
een sluftergebied en een inlaag.
De buitenduinen
van Neeltje Jans,
waar de slufter
aangelegd wordt.
16