Tabel 1 Totaallijst van de vogels die in 1992 in de reservaten van Het Zeeuwse Landschap broedden. Doclaars Fazant Houtduif Roodborsttapuit Staartmees Fuut Waterral Koekoek Tapuit Matkop Blauwe Reiger Waterhoen Kerkuil Merel Pimpelmees Knobbelzwaan Meerkoet Steenuil Zanglijster Koolmees Zwarte Zwaan Scholekster Ransuil Grote Lijster Kneu Grauwe Gans Kluut Groene Specht Sprinkhaanriet- Rietgors Brandgans Kleine Plevier Kauw zanger Grauwe Gors Bergeend Bontbekplevier Grote Bonte Snor Tortelduif Krakeend Strandplevier Specht Rietzanger Vlaamse Gaai Wintertaling Kievit Veldleeuwerik Bosrietzanger Spreeuw Wilde eend Grutto Boerenzwaluw Kleine Karekiet Ringmus Boompieper Tureluur Huiszwaluw Spotvogel Groenling Slobeend Kokmeeuw Oeverzwaluw Braamsluiper Wielewaal Tafeleend Zwartkopmeeuw Zwarte Kraai Grasmus Ekster Kuifeend Stormmeeuw Graspieper Tuinfluiter Boomkruiper Eidereend KI. Mantelmeeuw Gele Kwikstaart Turkse Tortel Putter Bruine Kieken Zilvermeeuw Witte Kwikstaart Zwartkop Huismus dief Grote stern Winterkoning Tjiftjaf Vink Torenvalk Visdief Heggemus Fitis Boomvalk Noordse Stern Roodborst Grauwe Vliegen Patrijs Dwergstern Nachtegaal vanger Kwartel Holenduif Blauwborst Baardmannetje Het aantal broedende grote rns op de Hooge 'laten liep dit jaar p tot 1200 paren. op afkomen hebben het ook op jonge vogels voorzien en juist een late broedvogel als de kemphaan heeft daar extra onder te lijden. Beter nieuws is er van Ter Hooge, waar de kolonie blauwe reigers uit breidde tot 17 paar. Ook werd hier voor het eerst weer het broeden van de groene specht met zekerheid vastgesteld. Van de broedende zwarte zwanen, die op de Slikken van de Heen 4 jongen grootbrachten kan veilig worden aangenomen dat het om ontsnapte parkvogels gaat, en waarschijnlijk geldt hetzelfde voor de in Saeftinghe broedende brandganzen. Veel moeilijker valt uit te maken wat de herkomst is van de in 1992 in alle regio's broedende grauwe ganzen. Wellicht stamt de populatie voor een deel af van al of niet opzettelijk geïntro duceerde exemplaren, maar dat er (ook) zuiver wilde ganzen broeden staat vrijwel vast. Evaluatie Als alle gegevens over de broed- vogels in de terreinen binnen zijn breekt de tijd aan om de inventarisaties te evalueren. Dat is bepaald geen kwestie van simpelweg plussen en minnen. Om te beginnen is er een groot verschil in zeldzaamheid en kwetsbaarheid van de verschil lende soorten. Toename van een cultuurvolger als de Turkse tortel weegt bijvoorbeeld lang niet op tegen het verdwijnen van een zeldzame soort als de boomvalk. Anderzijds kan het verschijnen van een zeldzaamheid ook op puur toeval berusten. Verder moet ook gerekend worden met invloeden van de weersgesteldheid in de afge lopen winterts), en algemene tendensen van voor- of achter uitgang van een soort. Zo moet men bijvoorbeeld het verdwijnen van de geelgors in een gebied niet toeschrijven aan het beheer, maar eerder aan de al jarenlang inkrimpende stand in heel Nederland. Daar staat dan weer tegenover dat het bij het natuur behoud juist ook gaat om die soorten die het in ons moderne landschap moeilijk hebben. Als allerlei factoren buiten een gebied zoveel mogelijk bekeken zijn, resteren de veranderingen die wél met het beheer of met de terreingesteldheid in verband gebracht kunnen worden. Zo is het verdwijnen van pionier vogels en het verschijnen van een in West-Zeeuws-Vlaanderen schaarse broedvogel als de grutto in de Reep bij Oostburg een duidelijke aanwijzing voor veranderde omstandigheden. Het is dan aan de natuur beheerder om zich daar al of niet bij neer te leggen. 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1992 | | pagina 5