if Standpunt Het Zeeuwse Landschap W indmolens bij S< ho re. Helaas is er maar beperkt ruimte op genoemde plekken. Een keuze voor het stimuleren van duurzame energie betekent daarom dat er ook naar andere mogelijke locaties gezocht zal moeten worden. Een volgende optie is dan de landbouwgebieden met een modern karakter. Onder invloed van het landbouwbeleid hebben Coals al eerder in ons blad werd gemeld denkt >nze Stichting aktief mee over de landschappelijke npassing van windmolens. De weidsheid en tpenheid van het Zeeuwse landschap zijn in het teding als klakkeloos windmolens geplaatst vorden in het open polderlandschap. Het Zeeuw- •e Landschap heeft het Informatie- en Kennis- entrum (IKC) van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij verzocht om advies over riteria voor de landschappelijke inpassing van vindmolens. Het ligt in de bedoeling om plannen oor de plaatsing van windmolenparken aan de tand van objectieve criteria te toetsen. 'oorts hechten wij groot belang aan inspraak- nogelijkheden van de bevolking bij de keuze van in deze eeuw ingrijpende veranderingen plaatsgevonden in het landschap. De boerderijen zijn uitgebreid, meer stedelijke en opvallende elementen, zoals grotere stallen en silo's hebben het landschapsbeeld gewijzigd. Als gevolg van landinrichtings werkzaamheden zijn de kavels vergroot en beplantingsele menten weggehaald, hetgeen gebieden een grootschaliger karakter heeft gegeven. In dergelijke gebieden bestaat de mogelijkheid windmolens op een aanvaardbare manier een plaats te geven. Aangesloten kan worden bij bestaande landschapselementen, zoals markante kruisingen van (provinciale) wegen, dijklicha- men en rechtlijnige sloten en vaarten. Afhankelijk van de situatie kan gekozen worden voor een lijnopstelling of een groep windmolens. Een on onderbroken lijnopstelling met een regelmatige opbouw kan bijvoorbeeld een kanaal accentueren en zo het landschap verfraaien. Tenslotte de vogels. De afgelopen jaren zijn meerdere studies verricht naar de gevolgen van windmolens voor vogels. Voor Zeeland relevant is het onderzoek dat bij de Kreekraksluizen is uitge voerd. De locatie Kreekrak sluizen, gelegen aan de rand van de Oosterschelde tussen Rilland en Bergen op Zoom, wordt in de rapportage van het onderzoek aangeduid als zijnde "representatief voor, vooral in Zeeland en rondom de Wadden zee relevante, situaties waarin veel getijdetrek plaatsvindt". Op deze locatie met 5 molens is een jaar lang om de twee dagen naar dode vogels gezocht. Het resultaat was een vondst van 26 vogels waarvan er 6 zeer waarschijnlijk en 3 mogelijk door de molens stierven. De overige vogels stierven door natuurlijke of onbekende oorzaken. Er is niet aangetoond dat een bepaalde soort of soortengroep een grotere kans heeft om slachtoffer te worden dan andere soorten of soortengroepen. Ook uit andere onderzoeken blijkt dat de nadelige effecten van windenergie voor vogels sterk mee vallen. Op grond van deze gegevens is inmiddels toestemming verleend om het windpark bij de Kreekraksluizen uit te breiden tot 29 windmolens. De NEWIN is ervan overtuigd dat een goede planologische aanpak, waarbij eventuele gevolgen voor vogels en landschap direct betrokken worden, nodig is voor een aanvaardbare plaatsing van een groot aantal windmolens. Op die manier is een windvermogen van 250 MWe in Zeeland een reële optie. Voldoende steun vanuit de maatschappij is zeer belangrijk in de zoektocht naar ruimte voor molens. Alleen met een brede steun zal windenergie een kans hebben. De NEWIN vraagt u met haar mee te denken over deze taak, zodat windenergie bij kan dragen aan een gezonder milieu met rijkere natuurwaarden. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1992 | | pagina 11