Kees van Gilst ziet het landschap
met andere ogen
door Sonja Backx.
Verwondering en openheid
op kunnen brengen. Twee
eigenschappen die volgens
kunstenaar Kees van Gilst
nodig zijn om zijn visie op de
natuur te kunnen begrijpen.
De aquarellen, tekeningen,
lino's, het geweven wand
kleed en de helft van de
"simultane" diaserie, die alle
tijdens de Week van het
Landschap te zien waren,
komen uit zijn handen.
De huidige mens is veel te veel
gewend aan kant en klare
beelden vindt hij. "In mijn werk
komen de universele vormen in
de natuur steeds terug; ik ben op
zoek naar de oervormen in de
natuur. Ik begin meestal ook met
een volledig beeld van een
bepaalde plaats. Net zoals bij
fotografie, alles staat erop. En
dan? Gaandeweg laat ik dingen
weg waardoor andere vormen
meer tot hun recht komen. Dat
doe ik in mijn atelier, nadat ik in
de natuur het begin heb
gemaakt. Ik pik er dingen uit en
laat ze naar de voorgrond
komen. Hierdoor ontstaat ruimte
en openheid. "Het tentoon
gestelde werk is niet helemaal
representatief voor zijn doorsnee
werk." Nonnaal is mijn werk
veel abstracter, ik laat daarbij
mijn fantasie een grote rol
spelen.
"De werken die hier hangen
verkeren voor mij nog groten
deels in de basisvorm-fase. De
tekeningen van de vliedbergen
heb ik zelfs in de natuur
gemaakt en er daarna niets meer
aan veranderd."
Nog even naar de diaserie. De
duopresentatie was erg
verrassend, wat inspireert hem?
"Het is niet zo dat ik alle dia's
mooi vind, maar ik fotografeer
dingen die ik echt typisch vind
voor het landschap en die je
zeker ook tegenkomt. De natuur
is niet alleen maar romantisch,
zoals velen haar het liefst zien.
De dia's tonen door de mens
aangebrachte structuur: lijnen,
symmetrie. Maar ook de warme
en koude kleuren die je in de
natuur vlak naast elkaar aantreft.
Typische dingen.Hij vervolgt:
"De puurheid van het landschap
is mooi, maar daarnaast over
weldigend, ongrijpbaar en niet
altijd een bron van vreugde.
De harde wind en regen in je
gezicht als je door het Land van
Saeftinghe ploetert; het hoort
erbij en je moet door."
Naast dit stuk "fieldwork" als
voorbereiding op de tentoon
stelling werd ook een bezoek
gebracht aan onder andere de
Yerseke Moer en de Kalmthoutse
heide (Belgisch grondgebied).
Over het laatstgenoemde gebied:
"de vennetjes, de heide, de
schrale bomen daar, zijn het
meest kenmerkend voor het
zeeuwse landschap zoals het
oorspronkelijk was". Met de
inrichting van de expositie na al
dit onderzoekwerk is hij heel
doelbewust te werk gegaan. "Ik
heb geprobeerd om diverse
facetten van het landschap tot
uiting te laten komen door
variërende technieken te
gebruiken. Het wandkleed en de
aquarellen geven de
kleuraccenten in de natuur aan,
de tekeningen en lino's
accentueren het lijnenspel. Mijn
doel was er een volwaardige
expositie van te maken." Met de
inrichting van de schuur is hij vrij
laat begonnen en de
vrijdagnacht voor de opening
heeft zijn bed het zonder hem
moeten stellen.
"Ik heb tot het laatste moment
goede toevoegingen en andere
ideeën in de expositie verwerkt.
Voor mij is het belangrijk dat alle
details samen een perfect geheel
vormen. De kleinste
onvolmaaktheid kan het voor mij
bederven." Hij is zich ervan
bewust dat zijn werk uiteen
lopende reacties oproept.
"Mensen moeten verwondering
op kunnen brengen voor dingen
die ze niet direct kunnen be
grijpen. Niet te snel zaken ver
oordelen, maar eerst goed
kijken. Twijfel is voor de bezoe
ker belangrijk. Er komen vaak
mensen die er eerst niet veel
begrip voor kunnen opbrengen,
maar die er later anders over
denken." Een mooie reactie in
het gastenboek vond hij de
woorden: "anders zien".
Dat is precies wat ik beoog.
Kees van Gilst vooi
een geweven
wandkleed dat uil
aangespoeld
materiaal samen
gesteld is.
16