Het inventarisatiewerk Het ontstaan van de afdelingen "Beveland" en "Walcheren". Aktiviteiten van de afdeling Beveland. Op initiatief van de heren Geerse en Van Leerdam is in 1980 gestart met het prunus- rooien in de duinen van het waterwingebied "Oranjezon". Tot op heden wordt er ieder jaar twee zaterdagen aan het projekt gewerkt. Hoewel het betrekkelijk kleine oppervlakten zijn die onderhanden worden genomen is het resultaat duidelijk zichtbaar. Via het S.B.B. kregen we in 1971 het verzoek het duin gebied "De Vier Hoogten" te Oostkapelle te inventariseren. Onder leiding van de heer G.J. Slob werd het terrein twee jaar achtereen grondig onderzocht. Eind 1973 verscheen het rapport van onze bevindingen. Op grond van dit rapport is het terrein aangekocht door het Ministerie van C.R.M. Een jaar later kregen wij van de afdeling Milieuonderzoek van de Rijkswaterstaat het verzoek het duingebied gelegen tussen Vlissingen en Westkapelle te inventariseren. We kregen voor dat projekt twee jaar de tijd. Het zijn er vijf geworden. Naar mate de jaren verstreken slonk het aantal medewerkers. De heer Slob spreekt in het voor woord van het rapport over een afvalwedstrijd. In 1979 ver scheen eindelijk het rapport met de bijbehorende vegetatie- kaarten. Hierna hebben we de buitenplaatsen op Walcheren geïnventariseerd. Tijdgebrek en gebrek aan deskundigheid zijn De auteur van dit artikel, Henk Mandemaker, is één van de centrale figuren in de Zeeuwse KNNV. Vanaf 1964 was hij voorzitter van de afdeling Zeeland; later van de afdeling Walcheren. Met een korte onderbreking wegens ziekte hanteerde hij ruim 20 jaar de voorzittershamer. Was onder meer aktief betrokken bij de opsplitsing van de afdelingen en bij de oprichting van het Zeeuws Coördinatie Orgaan, de voorloper van de ZMF. Mandemaker is momenteel nog aktief in de planten werkgroep van de KNNV en besteedt veel aandacht aan het bestuderen van bladmossen. er de oorzaak van dat geen inventarisatierapporten zijn gemaakt. Op verzoek van de afdeling Beplantingen van de gemeente Vlissingen hebben we bij wijze van studieobject een deel van het Nollebos te Vlissingen geinventariseerd. Dankzij de inbreng van Ir. L. Adriaanse kon in 1990 een gedegen rapport verschijnen. In verband met het opstarten van een begrazings- projekt in de duinen van Oranjezon heeft vooraf een inventarisatie plaats gehad. Gedurende drie jaar wordt de vegetatie ontwikkeling van de kunstmatige duintjes op "Neeltje Jans" gevolgd. Hetzelfde geldt voor het in 1984 gegraven gat in de duinen van Oranjezon, de zogenaamde Kaalkoppias. Vorig jaar kreeg de planten- werkgroep het verzoek de Schotsman te inventariseren. Hiermede hopen we dit jaar gereed te komen. Het floron- projekt heeft eveneens de belangstelling van de planten- werkgroep. Het ging goed met de K.N.N.V. Vooral in de zestiger- en zeventiger jaren hadden we de wind mee. In 1967 werd het honderdste lid ingeschreven en in 1973 het tweehonderdste lid. Op de Gewestelijke vergadering was de wens uitgesproken de afdeling Zeeland te splitsen. Meermalen is dit onderwerp van gesprek geweest op de leden vergaderingen, maar de leden bleven zich verzetten. Op den duur werd de afdeling te groot. We begonnen problemen te krijgen doordat de Bevelandse leden vonden dat het zwaarte punt van de aktiviteiten op Walcheren lag. We hebben dat proberen te ondervangen door voor beide regio's een excursie commissie te benoemen. Maar na twee jaar is het bestuur daarvan terug gekomen. Het ledental bedroeg op Zuid- Beveland 60 leden en op Walcheren 150 leden. Een reden om aan splitsen te gaan denken. Op 21 augustus 1973 werd in Goes met enkele Zuidbeve- landse leden van gedachten gewisseld over de bestuursvoor stellen om de afdeling Zeeland te splitsen. Bij stemming door de leden werden de voorstellen met zeven stemmen voor en een stem tegen aangenomen. Het bleek juist gezien van het bestuur de afdeling te splitsen, sindsdien zijn beide afdelingen flink gegroeid. De afdeling Beveland telt momenteel 158 leden en de afdeling Walcheren 220 leden. Na de oprichting is de afdeling 1 januari 1974 officieel gestart. De leden zijn met groot enthou siasme aan het werk gegaan. Tot 1 januari 1983 heeft de Composiet gefungeerd als mededelingenblad van beide afdelingen. Met ingang van deze datum is de afdeling Beveland er toe overgegaan een eigen periodiek te gaan uitgeven, dat de naam kreeg van "Heel- blaadje". Het aardige van deze naam is dat de plant het heelblaadje behoort tot de familie van de Composieten. Uit de namen van de afdelingsblaadjes blijkt onze verwantschap. De afdeling telt een vrij groot aantal relatief jonge leden wat tot uiting komt in de aktiviteiten die ontplooid worden. Zo telt de afdeling tien werkgroepen te weten: een planten-, vogel-, zoogdieren-, paddestoelen- en een hydro- biologiewerkgroep. Daarnaast zijn er nog een fotowerkgroep, beheerswerkgroep. jeugd- werkgroep, werkgroep voor natuur en milieu-educatie en een werkgroep milieu en planologie. Voorwaar, een afdeling om jaloers op te zijn! Maar daar blijft het niet bij. A 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1993 | | pagina 11