Op een grote paddestoe
door Sonja Backx
Werkelijk 'de
paddestoelen man?'
De stilletjes spelende gedachte dat Zeeland vast geen
paddestoelenrij k-
gebied is, verdwijnt voor altijd achter de coulissen nadat je
eventjes hebt gepraat met Wim Kuijs. De Zeeuwse
paddestoelenhuisjes tieren welig zoals blijkt uit zijn
determinaties. Zowel de rood- met witte - stippen
vliegenzwam. als Petiza Proteana nestelen zich genoeglijk in
onze provincie. Een gesprek met de paddestoelenman van
Zeeland.
'Ik heb wel het idee dat ik de
enige ben die zich full-time met
onderzoek bezighoudt.
Het is ook niet eenvoudig want
het vergt een boel geduld,
boeken- en microscopenaan-
schaf en het op naam brengen
is, zeker voor een beginner, een
gecompliceerde zaak. Als ik nu
een paddestoel onderzoek
begin ik met vergelijken met
plaatjes in boeken."
Als de afbeelding alleen geen
verlossing brengt wordt de
paddestoel aan een nader, diep
gaand onderzoek onderworpen.
"De sporen, cellen en plaatjes
(onderzijde hoed) ontleed ik
onder de microscoop en ver
volgens onderzoek ik de vorm
van de hoed en plaatjes, de
kleur van de sporen en de geur
en smaak van de paddestoel.
Sommige ruiken naar anijs of
clhoor en er zijn d'r ook die een
meel- of notengeur hebben".
Al deze enthousiast en con
sciëntieus verzamelde gegevens
leiden doorgaans tot het kunnen
vaststellen van de soort en naam
van het onderzochte exemplaar.
Doorgaans, maar niet altijd via
de geijkte weg. Gelukkig blijkt
ook een geoefend padde-
stoelenspieder weieens zijn
microscoop aan de wilgen te
hangenOp een keer had ik
er een mee naar huis genomen
die ik niet kende en waarvan ik
na veel gezoek, onderzoek en
moeite de naam niet kon
vinden. Ik was het beu en
gooide 'm uit het raam. waarna
t'ie op het gazon terechtkwam
en in stukjes brak. Een paar
dagen later zag ik een heel
zeldzaam soort in een boek die
erg veel leek op mijn onvind
bare, dus ik besloot de brokjes
op te sturen naar het Rijks
herbarium in Leiden om na te
laten gaan of mijn determinatie
juist was. Hun antwoord was
bevestigend en ze vroegen of ik
er niet nog zo een had want
tijdens de verzending was er
blijkbaar iets misgegaan: Ze
hadden alleen maar wat hoopjes
paddestoel ontvangen..."
Naast het beeld van een steel
met een hoed, dat ongetwijfeld
vaak op ons netvlies geprojec
teerd wordt als we het woord
paddestoel horen, passen nog
wel wat meer beelden. Korst-
zwammen, sponszwammen,
koraalzwammen mogen dan
niet letterlijk als paddestoelen
uit de grond schieten, ze
behoren wel degelijk tot
hetzelfde volkje. Wordt er een
bepaalde indeling gehanteerd in
de paddestoelenwereld?
"Ze groeien sowieso op ver
schillende plaatsen en manieren.
Gelet op waar ze hun voeding
vandaan halen zijn er allereerst
de parasieten die slechts
kunnen bestaan bij gratie van de
boom waarop ze groeien. Het
betreft dan vaak een op een of
andere manier al aangetaste
gastheer die toch al niet meer
blaakte van gezondheid maar
die z'n gastvrijheid moet beko
pen met de dood.
De paddestoel kan op zo'n
dode boom dan nog wel een
tijdje voortleven. Onder meer de
berk- en honingzwam zijn
hiervan voorbeelden. Daarnaast
heb je de symbionten zoals de
vliegenzwam. die samenleven
met bomen. De paddestoel
groeit in feite op een vrucht die
bestaat uit een dradenstelsel
onder de grond en deze draden
leven dan samen met de haar-
worteltjes van de boom.
De laatste geeft bepaalde stoffen
af aan zijn partner en visa versa.
Een nuttig samenlevingscontract!
Tot slot is er nog de groep die
groeit op dood materiaal: de
saprofiet.
Dood hout en gevallen blade
renmassa's vormen voor deze
soort gewilde woonplaatsen.
Onder meer de geschubde
inktzwam en het elfenbankje
scharen zich onder deze cate
gorie". Net zoals mensen geven
sommige paddestoelen de
voorkeur aan "haute cuisine":
de geringde vlekplaat groeit
alleen op paardemest, anderen
geven de voorkeur aan vogel
veren of konijnekeutels. Iedere
paddestoel heeft een eigen
voorkeursplaats. "De voedings
indeling is er een: sporenvor-
ming wordt ook als criterium
gehanteerd. Je hebt de plaatjes-
zwammen en de zakjeszwam-
men. Bij de eerste ontstaan de
sporen aan de onderkant van de
hoed. De tweede soort, ook wel
bekerzwammen genoemd, heeft
de vorm van een schoteltje of
bakje waarin vaak de sporen
gevormd worden. Verder
varieert de vorm van de sporen
ook enorm; rond, rond met
De wollige
popelzwam een
typisch Zeeuwse
paddestoel.