Uit het beheer de zee dacht er het hare van Als ik heel eerlijk ben moet ik toch echt zeggen dat ik mensen af en toe niet helemaal begrijp. Enkele dagen voor 10 december 1992 had ik mijn invloed ten volle benut. Mede dankzij de wind voelde ik me zeer in m'n nopjes en genoot van de woeste golven die ik veroorzaakte en van mijn zachte wollige schuim- kraagjes die schoorvoetend hun weg zochten over het vochtige zand. Eén ding had ik me echter voorgenomen: ik wilde kijken wat er achter de duinenrij lag die mij al enige tijd de doorgang belette en stoïcijns bleef onder mijn tomeloze energie. Gelukkig voelde ik hoe de duinen hun weerstand verloren en hoe mijn schurende, beu kende en drammende kracht hun overgave afdwong. Het was me gelukt. Ik was erdoor! De rust en onaangetastheid van het achterliggende gebied maakte dat ik mijn wilde ver overingsplannen liet varen en met strelende en koesterende aanrakingen heb ik schuchter het gebied bestast. Ik genoot. Maar mijn geluks gevoel leek slechts een vage aanraking van een toverfee te zijn geweest; het gat dat ik had gemaakt werd weer opgevuld met zand, waartegen ik slechts speelse stootjes kon geven. Op dat moment reikte mijn kracht niet verder. Aan de zandige hindernis was ik spelenderwijs weer gewend geraakt, maar de twee gele machines die neergezet werden brachten een vage angst in mij teweeg. Vooral die ene met die grote schep. Geen dichter of gerenommeerd schrijver zou mijn verbazing met de juiste lading kunnen weer geven bij de gebeurtenissen op 10 december 1992. 's Morgens rekte ik me lekker uit en daarna voelde ik me afwisselend wild en rustig. Een bekend soort Onder grote belangstelling wer i I op 10 december dt j slufter op Neeltje Jans officieel met tie zee verbonden. Staatssecretaris Gabor en Gedepu teerde Mevrouw G. de Vries-Homm<:5 l groeven met graafmachines de opening in de duinenrij. Voorzitter I Winsemius van Natuurmonumenten I en Zeeuws land schap-voorzitter Vogel keken toe. Tijdens een storm op 11 november w as de slufter al doorgebroken en overstroomd maar I met de aanleg van I een provisorisch dijkje werd de zee nog even buiten do I deur gehouden tot I het moment van d I officiële opening. voorgevoel. Een belangrijke gebeurtenis wellicht? Ik wist niet of ik bang moest zijn of opgelucht. In de verte zag ik vlaggen wap peren en om een uur of elf kwam er een aanzienlijke groep mensen aan die blijkbaar pas hadden gezet richting de machines. Eenmaal aangekomen bleven ze daar een beetje in de buurt drentelen en ongeveer 4 of 5 mensen beklommen de gele monsters van staal. En toen?? Even dacht ik dat ik van pure schrik eb zou worden, maar mijn nieuwsgierigheid won het. Wat nu? De grote schep haalde het enige dagen geleden gestorte zand weg! Daar moest ik bij zijn en snel. Het nam enige tijd in beslag maar geleidelijk aan kon ik weer richting het gebied waar ik enkele dagen van afgesloten was geweest. Opgelucht haalde ik adem. Waarom het allemaal zo moest? Vraag het niet aan mij. Ik heb in ieder geval enkele mensen natte voeten bezorgd en het moet me van het hart: dat maakte mijn dag weer enigzins acceptabel. Want waar bemoeien mensen zich mee? Ik kom er zelf wel! 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1993 | | pagina 20