Het Zeeuwse landschap
na de ramp
door P.H.Nienhuis
Na de Ramp
"Maar deeze Stad (Kortgene) deelde in 't ongeluk van
't geheele Eiland. Want hoewel men, na de overstrooming van
't jaar 1530, aan de Zuidkant van 't Eiland wel hadt beginnen
te bedyken, en die van Kortgene en Kats zig rondsom
bepolderd hadden; zo werd egter op den 2 November 1532,
het Stedeke des nagts, door een Stormwind uit den
Noordwesten, 't eenemaal onder water gezet, met verlies van
vele Menschen, die, door den hoogen Vloed verrast op hunne
bedden verdronken" (Tirion, deel 20, p.335; 1753).
De Ramp van 1953 staat niet
alleen. Vanaf het moment dat de
mens het waagde zich beneden
de zeespiegel te vestigen, ruw
weg 1000 jaar geleden, zijn er
tientallen stormvloeden
beschreven. De ene watersnood
kwam na de andere, soms met
een tussenpoos van enkele jaren
soms ook tientallen jaren, en
telkens weer werd het moei
zaam ingepolderde land door de
zee hernomen. Zelfs in onze
eeuw staat de Ramp van 1953
niet alleen: 12 maart 1906, vele
polders lopen onder; 7 april
1943, het water slaat over de
dijken, het wordt net geen
ramp; oktober 1944, het water
als bevrijder, de militaire inun
datie van Walcheren. De Ramp
van 1953 is een van de meest
gruwelijke watersnoden uit de
geschiedenis geworden: een
groot deel van Midden- en
Noord-Zeeland en Zuid-
Holland onder water, 1835
doden, chaos en ontreddering.
Vrijwel alle bomen en struiken
gingen dood in het zoute water,
slib en zand overdekten de lan
derijen, gegraven sloten waren
dichtgeslibd, diepe kreken
waren uitgeslepen, vaak op
plaatsen waar voor de inpolde
ring een getijdegeul gelopen
had.
De Ramp van 1953 luidde een
grote verandering in voor de
meest getroffen delen van
Zeeland: Schouwen-Duiveland,
Tholen, St.Philipsland en delen
van Zuid- en Noord-Beveland.
Het trekpaard was verdwenen,
de mechanisatie van de land
bouw brak versneld door.
Ingrijpende herverkavelingen,
toentertijd noodzakelijk om
onze provincie agrarisch weer te
laten floreren, hebben het oude
patroon van kleinschalige
poldertjes, kronkelende dijken,
weggetjes en sloten vrijwel doen
verdwijnen.
Maar de Ramp voegde ook
elementen aan het landschap
toe, hoe tegenstrijdig dat ook
klinkt. De fatale dijkdoorbraken
bij Kruiningen, Ouwerkerk en
Schelphoek zijn in de loop van
1953 met moeite gedicht.
De diep landinwaarts lopende
stroomgeulen zijn in stand
gehouden en de omgeving is
bebost.
Nu, 40 jaar later, zijn dit
gewaardeerde natuurgebieden
met veel broedvogels en een
bijzondere plantengroei. Evenals
in vervlogen eeuwen de kronke
lende kreken en restanten van
dijkdoorbraken in de nieuwe
polders bleven liggen, zo is het
ook in 1953 gegaan. Waters
noden hebben het Zeeuwse
landschap vorm gegeven.
Het meest markante antwoord
op de Ramp was het Deltaplan:
kustverkorting en ophoging van
de zeedijken die ons en vele
De zuidkant van
Schouwen vóór en
na de ramp. Het
kleinschalige
landschap is
grondig
gemoderniseerd.
Een nieuw element
vormen de
doorbraak kreken in
de Schelpenhoek.
N^ytn»viogvn
Serooskèrke
wn
"Kceekzicht
Meetpaal
Werkhoven
Schelphoek
4