Zestig jaar natuurstudie in Zeeland door Henk Mandemaker De oprichting van de Nederlandse Natuurhistorische Vereniging De oprichting van een Zeeuwse afdeling Op 26 januari 1901 werd in Amsterdam een natuurvereni- ging opgericht. In datzelfde jaar volgden Gouda, Den Haag, Haarlem, Leiden en Schoon hoven. Op 27 december 1901 werd door de heren H. Heukels en Dr. H.W. Heinsius de Neder landse Natuurhistorische Vereniging opgericht. Boven vermelde verenigingen sloten zich daarbij aan, zodat de jonge N.N.V. 319 leden telde. Het bestuur werd als volgt samen gesteld: Voorzitter cle heer H. Heukels, secretaris Dr. H.W. Heinsius, Conservator Jac. P. Thijsse, redacteur van Natura E. Heimans. Een jaar later telde de vereni ging tien afdelingen. Samen met de algemene leden bedroeg het aantal leden 708. De doelstelling van de vereni ging was natuurstudie in zo breed mogelijke zin en uitbrei ding van het inzicht in en het aankweken van de liefde tot de natuur. In 1902 werd besloten een maandblad uit te geven. Er is een periode geweest dat Natura twee maal per maand verscheen, namelijk op de eerste en derde vrijdag van de maand. De eerste grote aktie die de jonge N.N.V. ondernam was de oprichting van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonu menten. Aanleiding waren de plannen van de gemeente Amsterdam om van het Naarcler- meer een vuilstortplaats te maken. De N.N.V. begon zowel landelijk als plaatselijk haar vleugels uit te slaan. Er werden weekend- en zomerkampen georganiseerd, eerst in het binnenland maar later ook naar het buitenland en deze werden weer later gevolgd door zomer reizen. Inhoudelijk werd het onder zoekwerk gestimuleerd door het vormen van planten-, vogel-, paddestoelen-, mossen-, insecten- en strandwerkgroepen. Ter gelegenheid van het vijftig jarig bestaan in 1951 werd de vereniging het predikaat "koninklijk" verleend. Een eervolle onderscheiding waar we blij mee zijn. Wij spreken dan ook met enige trots over onze K.N.N.V. Inventarisatie door de plantenwer kgroe p. In juni 1931 - de juiste datum is niet bekend- heeft in Goes de oprichtingsvergadering plaats gehad van een afdeling van de N.N.V. In een circulaire opgesteld door de heren L.H. van Berk, H.Th. Nieuwenhuijzen en H.H. Vahlenkamp werd de lezer opgewekt zijn of haar mede werking te verlenen om te komen tot het oprichten van de eerste Zeeuwse afdeling van de N.N.V. De circulaire werd aan een 40-tal personen toegezon den met het verzoek andere personen die ook belangstelling hadden voor planten en dieren op te wekken de vergadering bij te wonen. Van de secretaresse van de afdeling Walcheren hoorde ik dat van het Hoofd bestuur bericht is ontvangen dat niet 1931 maar 1932 het oprichtingsjaar van de afdeling Zeeland is. Uit de circulaire blijkt het tegendeel. De circulaire heeft kennelijk zijn uitwerking niet gemist; er werd een afdeling van de N.N.V. opgericht. Waarschijnlijk heeft de afdeling de naam "Noord- en Zuid-Beveland" aangenomen. In het jaarverslag over 1950 wordt opeens gesproken over cle afdeling Zeeland van de N.N.V. Ook van deze naams wijziging wordt in de notulen geen melding gemaakt. Van een bestuurslid van de afdeling Walcheren, die momenteel het archief van de K.N.N.V. - dat in het Rijksarchief te Middelburg is ondergebracht- aan het ordenen is, vernam ik dat zij een brief heeft gevonden uit 1950 waarin het Hoofdbestuur toestemming gaf de naam van de afdeling te wijzigen in Zeeland. De oprichting in 1931 was in feite een heroprichting. In het jaarverslag van de vereniging over 1902 staat vermeld dat in Middelburg en Krabbendijke pogingen zijn ondernomen om een afdeling op te richten. Deze zijn waarschijnlijk als

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1993 | | pagina 9