Het Verdronken Land vanuit de ruimte De mogelijkheden van het gebruik van satellieten voor kartering van buitendijkse gebieden. door Sandra van Zanten en Rob Jordans* Het Verdronken Land van Saeftinghe is een zeer dynamisch gebied. Behalve natuurlijke veranderingen treden er ook veranderingen op als gevolg van het handelen van de mens zoals b.v. de baggerwerkzaamheden in de Westerschelde. Om al deze veranderingen te kunnen volgen moet de toestand van het gebied regelmatig in kaart gebracht worden. Luchtfoto's worden al tientallen jaren gebruikt voor vegetatiekartering. Dit is een goede techniek maar wel relatief duur. Het maken van een vegetatiekaart op basis van luchtfoto's is bovendien tijdrovend. Misschien bieden satellieten de mogelijkheid om op een relatief goedkope en snelle manier globale veranderingen op het Land van Saeftinghe met regelmaat te volgen. Aan de hand van deze satellietbeelden zou dan beslist kunnen worden of het nodig is om bepaalde gebieden in meer detail met luchtfoto's te bekijken. Op de Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat wordt in samen werking met het NIOO-CEMO (Nederlands Instituut voor Oecologisch Onderzoek-Cen- trum voor Estuarine en Marine Oecologie) en de Vrije Univer siteit in opdracht van Directie Zeeland van Rijkswaterstaat onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor het gebruik van satellieten voor kartering van het Land van Saeftinghe en andere buitendijkse gebieden. In de ruimte bevinden zich vele satellieten die het aardoppervlak met grote regelmaat waarne men. Er zijn satellieten die in één keer de halve aardbol waar nemen zoals b.v. de satelliet Meteosat. Op deze satelliet beelden kan je Zeeland nauwe lijks terugvinden. Andere satellieten nemen een kleiner oppervlak waar en op deze beelden is meer detail zichtbaar. De meest gebruikte satellieten voor landgebruiks- kartering op regionale schaal zijn LANDSAT en SPOT. De kaft van het telefoonboek geeft een voorbeeld van een LANDSAT beeld. LANDSAT en SPOT lijken op elkaar maar SPOT neemt iets meer detail waar (hogere ruim telijke resolutie); het ruimtelijk detail van LANDSAT bedraagd 30 bij 30 meter en van SPOT 20 bij 20 meter. LANDSAT neemt daarentegen meer "kleuren" waar (hogere spectrale resolu tie) waardoor verschillende objecten soms iets beter van elkaar te onderscheiden zijn. Lijnelementen zoals wegen en sloten zijn dan ook beter met SPOT waarneembaar terwijl voor vegetatiekartering in het algemeen LANDSAT beter voldoet. Om verschillende objecten zo hoog vanuit de ruimte met een satelliet van elkaar te kunnen onderscheiden moeten deze objecten voldoende groot 60m bij 60m) en homogeen zijn en bovendien moeten de reflecties ("kleuren") van de verschillende objecten voldoen de verschillen. Zo kan men op een SPOT- of LANDSAT beeld wel de min of meer homogene graslanden, bossen en akker- bouwvelden van elkaar onder scheiden maar het waarnemen van verschillende vegetatietypen binnen heterogene (half)natuur- lijke vegetaties is heel lastig. Het Land van Saeftinghe is echter een groot natuurgebied waar door de extreme omstan digheden relatief weinig plan tensoorten voorkomen. Boven dien beslaan de vegetatietypen vrij grote oppervlakken terwijl de meeste typen gekenmerkt worden door één dominerende soort en dus relatief homogeen zijn. Op basis van deze eigen schappen werd verondersteld dat op het Land van Saeftinghe verschillende vegetatietypen waarneembaar zouden kunnen zijn m.b.v. satellieten. Uit een verkennend onderzoek in 1991 bleek reeds dat m.b.v. LANDSAT en SPOT verschillen de vegetatietypen op Saeftinghe te onderscheiden zijn. Bovendien bleek dat LANDSAT hiervoor iets beter geschikt was dan SPOT door de al eerder genoemde hogere spectrale resolutie van LANDSAT. Op de afbeelding op bladzijde 28 kunt U een LANDSAT-beeld van het Verdronken Land van Saeftinghe LANDSAT beeld v ara het Land ara Saeftingi id 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1993 | | pagina 28