Grafveld in Saeftinghe
i
■tatieclassificatie
1 van Saeftinghe
asis van het
OSAT "an
en,
ewerkster bij de
Universiteit
terdam, faculteit
iiologie.
is, werkzaam bij
waterstaat,
kundige Dienst.
van juni 1990 zien. Het
lichtgroene is een vegetatietype
dat gedomineerd wordt door
Strandkweek, een soort die de
laatste jaren sterk is toegenomen
en een groot oppervlak in
beslag neemt. De donkergroene
vlekken rechts op het beeld zijn
rietvegetaties. Ook Zeebies,
pioniervegetaties en begraasde
delen zijn waarneembaar.
De afbeelding hieronder is een
voorbeeld van een geklassifi-
ceerd beeld. Hiervoor hebben
we in de bovenste afbeelding
enkele plaatsen aangewezen
waarvan we wisten wat er stond
aan de hand van vegetatie
opnamen die door het NIOO-
CEMO in 1990 gemaakt zijn. De
computer deelt dan de overige
lokaties ook in deze typen in.
Een probleem hierbij was echter
dat de opnamen moeilijk op het
beeld te lokaliseren waren. We
proberen nu de klassifikatie te
verbeteren o.a. door een meer
nauwkeurige plaatsbepaling van
de opnamen. Ook zou het
gebruik van meerdere beelden
uit verschillende seizoenen de
klassifikatie kunnen verbeteren.
Indien satellieten geschikt
blijken te zijn voor monitoring
van het Verdronken Land van
Saeftinghe kunnen we nog
bekijken of ze ook geschikt zijn
voor het in kaart brengen van
andere buitendijkse gebieden.
Hopelijk kunnen we aan het
einde van het jaar meer vertel
len over de bruikbaarheid van
satellieten voor de monitoring
van buitendijkse gebieden!
Vondsten uit vroeger tijden
fascineren altijd. Zij creëren iets
mysterieus: het leven van toen
wordt iets grijpbaarder, maar het
laat de waas van geheimzinnig
heid onaantastbaar aanwezig.
Ook het Verdronken Land van
Saeftinghe ontkomt niet aan dit
beeld.
De bewoners van de uitgestrekte
landerijen en de vier platte
landsdorpjes in dit gebied had
den geen eenvoudige plaats
uitgezocht om te leven. De drei
ging van het water maakte hun
bestaan niet bepaald rimpelloos.
Het meest zuidwestelijk gele
gen gedeelte bleef grotendeels
onaangeroerd en hier streken de
eerste bewoners neer.
Overstromingen en tijden van
bewoning wisselden elkaar af.
Omstreeks 821 lezen we over
Themseca, Axla en Chavetinghe
die destijds de strijd tegen de
verdrinking niet hebben gered.
De eerste ontginningen en
bedijkingen namen hun aan
vang in de twaalfde en dertien
de eeuw, maar ook deze gebie
den kwamen tijdens stormen
blank te staan: de eerste Sint
Elisabethsvloed (1404), de
Tweede Sint Elisabethsvloed
(1424), de Sint Felixvloed en de
Allerheiligenvloed (1570)
maakten sterk gewag van hun
aanwezigheid.
Over het leven toentertijd lopen
de meningen uiteen. Vast staat
in ieder geval dat het Verdron
ken Land van Saeftinghe zijn
afkomst niet verloochent als
Verdronken, dus ooit bewoond,
Land. Dat maakt de spectacu
laire vondst eind vorig jaar wel
duidelijk. De erosie van de
Middeleeuwse veenbodem en
het verschuiven van de stroom
draad van de Westerschelde
hebben gezorgd voor de bloot
legging van een grafveld. Eén
skelet was reeds gedeeltelijk
zichtbaar en de erosie zal onge
twijfeld het resterende zicht
baar worden voor haar reke
ning nemen. Nader onderzoek
toonde aan dat bij de graven
geen zijkanten of bodems van
kisten gevonden konden wor
den. Het leek alsof de doden in
matten van riet of stro gewik
keld waren geweest en in het
graf neergelaten waren op drie
of vier dwarsgelegde rondhou
ten en vervolgens afgedekt met
een houten deksel. Uit enkele
graven zijn houtresten verza
meld en wellicht kan uit de
jaarringen een datum worden
afgeleid.
Een opmerkelijke vondst die het
verleden iets dichterbij brengt.
Het mysterie van het Verdron
ken Land van Saeftinghe blijft
echter. Wie weet wat de toe
komst in petto heeft?
S.B
29