Saeftinghe: een schatkamer van leven 1 door Chiel Jacobusse Iets vertellen over de flora en fauna van het Verdronken Land betekent bij voorbaat dat je keuzes moet maken. Het gebied is zo rijk aan leven dat je moeiteloos een nummer zou kunnen vullen met verhalen over al de boeiende ontmoetingen die je gedurende een Saeftinghe bezoek verwachten kan. Het zeldzame nopjeswier dat de oevers van de kreken bronsgroen kleurt en de velden uitbundig bloeiende zeeasters geven al genoeg stof voor een lofdicht op de kwaliteiten van Saeftinghe. Maar om er een beetje lijn in te krijgen is het wellicht beter om de natuur van Saeftinghe te belichten aan de band van de seizoenen. We kunnen dan via een rondgang door het jaar wat krenten uit de pap vissen. Voor de meer systematische ingestelde liefhebbers zijn tabellen van winter en broedvogels opgenomen. Neem Saeftinghe op een willekeurige winterdag. Het uitgestrekte schor is gekleurd in vele tinten bruin en geel. Het groen vind je alleen op de plaatsen waar de schapen geweid hebben en dat zijn ook de plaatsen waar we de meeste vogels kunnen verwachten. Tienduizenden watervogels zijn het en daaronder voeren planteneters als ganzen en eenden de boventoon. De ganzen domineren in het winterse land. Niet alleen door hun massale tegenwoordigheid maar ook hun luidruchtige communicatie en de voort durende heen en weervluchten in het gebied. De grauwe gans is het talrijkst. Die vindt een rijk gedekte tafel in de zeebiezen velden, waar ze met de stevige snavel graven naar de knolletjes waarin de voedselreserve van de plant zit opgeslagen. Dankzij de beweiding groeit de zeebies in mozaïek met lagere begroeiingen en juist aan de randen van de zeebiesvelden zijn de knolletjes voor de ganzen makkelijk te bereiken. De jonge groeipuntjes in het kweldergras en het fioringras Zeeaster: één van de talrijkste planten in Saeftinghe vormen de voedselbron voor kolganzen en verschillende eenden. Vooral de smient kan met vele duizenden aanwezig zijn en meestal hoor je ze eerder dan dat je ze ziet. Het ken merkende, verdragende gefluit verraadt hun aanwezigheid zodra je het hoofd boven de dijk steekt. Minder luidruchtig zijn de pijlstaarteenden, die het vooral op de zaden van schor- renplanten voorzien hebben. Er is een telling bekend van 24000 pijlstaarten op één dag. en dat betekent dat soms een kwart van de wereldpopulatie in Saeftinghe verblijft. Zo n groot aantal mogelijke prooien blijft natuurlijk ook niet onopgemerkt bij allerlei roof vogels. Op een winterochtend is daar ineens het majestueuze silhouet van de zeearend, groot en indrukwekkend genoeg om ook de ganzen in paniek te brengen. In de buurt van de gasdam valt de onstuimige - vlucht van de slechtvalk te bewonderen. Hoewel stukken kleiner dan de zeearend is die bij de watervogels niet minder gevreesd. Zijn enorme kracht en snelheid zijn spreekwoordelijk en de prooien die hij bemachtigt zijn vaak even groot als de vogel zelf. De hele dag schuimen er kie kendieven rond boven het schor. Vooral de blauwe kieken dief. maar ook de bruine over- De kokmeeuw is nog steeds zeer algemeen, maar he aantal is de laatste jaren fors teruggelopen 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1993 | | pagina 4