De zorg voor kleine landschaps elementen toch wel andere gedachten krijgen. Voorheen was het zo dat we een gebied veilig stel den om het daarna onmiddellijk te sluiten voor het publiek. Nu neigen we meer naar openstel ling. De discussie gaat steeds meer over de mate van open stelling. Of eigenlijk: de mate van verstoring, want openstel ling betekent verstoring. Wat dat betreft maakt het niet uit of er een vogelaar met een verre kijker door het gebied gaat of een volstrekte leek, zij zorgen allemaal voor verstoring." Volgens secretaris Nienhuis wordt de discussie in de nabije toekomst: wat gaan we doen met de vrijkomende landbouw gronden? Hij geeft een voor beeld. "In de binnenduinzoom zou best nog wat bos kunnen komen. Daar is nu een plotse overgang tussen duin- en land bouwgebied. tussen zand duinen en kleipolder. Dat zou een veel natuurlijker overgang kunnen zijn. Ik vind het scheppen van een natuurlijker overgang veel aardiger dan bijvoorbeeld het maken van "natuurgebiedjes" tussen op- en afritten en in klaverbladen." Het plan Tureluur, dat de ont wikkeling van een zoutwater natuurgebied in het zuiden van Schouwen-Duiveland voorstaat, juicht u toe? Nienhuis: "Als ik moet kiezen tussen bij voorbeeld een variant als Het Goesse Meer, waar wo ningbouw en recreatie worden gecombineerd, of natuurontwik keling zoals in het plan Ture luur, dan gaat mijn voorkeur uit naar het laatste. Je kunt 't vrij eenvoudig doen. namelijk door het gebied gewoon te laten ver ruigen. Al moet je er weer op letten dat onkruidzaden geen schade aan landbouwpercelen van de buurman berokkenen. Ook de jacht mag uit dergelijke overwegingen. Als het wild schade veroorzaakt op percelen van de buurman, dan moet je dat op één of andere manier reguleren. Ik zie ook niet zo'n tegenstelling tussen jacht en natuurbeheer. Jacht is een vorm van landschapsbeheer, want het natuurlijke evenwicht is er niet meer, al lang niet meer. In de natuurbescherming spelen allerlei sentimenten een rol, maar die heb ik niet. De natuur is hard." Aldus Nienhuis. Ad de Jong (Boom Kollektief) Foort Minnaid (links) begeleidt etn groep vrijwilliger s. De Stichting Landschapsverzorging Zeeland, afgekort de SLZ, viert dit jaar haar tien-jarig bestaan. De vaste medewerkers, maar vooral ook vrijwilligers van de Stichting hebben de af gelopen jaren duizenden bomen geknot, knotboom-stekken geplant, hoogstamfruitbomen en graslandheggen onderhou den, dijken en rietland gemaaid en talloze veedrinkputten ge schoond. Hierdoor kon plaatselijk het karakteristieke van het Zeeuwse landschap behouden blijven. Met Foort Minnaard, coördinator van de SLZ vond het volgende gesprek plaats. G|B: Je hebt organisaties als Natuurmonumenten en Het Zeeuwse Landschap, die natuur terreinen beheren, wat is en doet de SLZ nu precies FM: Begin jaren zeventig begon nen verspreid in het land groe pen mensen te constateren dat het streekeigen landschapsbeeld snel aan het vervagen was. vooral door schaalvergroting an de landbouw. In Utrecht en rond de Randstad ontstonden de eerste vrijwilligersgroepen die op zaterdagen doorgeschoten knotbomen gingen knotten. Ook in Zeeland, en dan vooral in Zeeuws-Vlaanderen, begon nen dergelijke aktiviteiten in de zev entiger jaren te ontstaan. Aktieve leden van de natuur beschermingsverenigingen De Steltkluut en 't Duumpje namen hierbij het voortouw. In grote delen van het land begon de 'golf van vrijwilligerswerk in het landschap steeds struktureier te worden en er werden in een aantal provincies landschaps- verzorgingsdiensten gevormd, waarvoor het Rijk geld beschik baar stelde. Bij de overheid speelde hierbij tevens mee dat op zo'n manier iets gedaan kon worden voor de grote aantallen werkelozen die in die tijd ont stonden. Er kwamen regelingen voor werkervaringsplaatsen in het groenbeheer. In Zeeland ontstond in 1979 een iand- schapsverzorgingsdienst die werd ondergebracht bij de Stich ting Het Zeeuwse Landschap. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1993 | | pagina 12