Zeeland Ba tsende schap, paarvorming, nestbouw, r ',me legsel- en broedselgrootte, ki< kendieven. 1 broedsucces, verplaatsingen en levensduur passeren alle de revue. Omdat deze gegevens in een lange reeks van jaren over geheel Nederland zijn verzameld, is de zeggingskracht groot. In een apart hoofdstuk wordt ingegaan op onderlinge verbanden. Juist het samenleven in een beperkt gebied kan tot concurrentie of zelfs predatie leiden, maar er zijn allerlei rne- chanismes werkzaam die voor komen dat de dagelijkse werke lijkheid voor roofv ogels één grote concurrentieslag wordt om voedsel of woongebied. Niet alleen bewonen de soorten ieder hun eigen landschapstype, bovendien bestrijkt elke soort zijn eigen segment van het prooienaanbod. Deze scheiding in prooikeus is zelfs binnen een soort zichtbaar, zoals bij havik en sperwer waar het grootte- verschil tussen mannetje en vrouwtje aanzienlijk is. Dat niet iedereen gevoelig is voor de pracht van roofvogels en hun 1 :ologische Atlas van de Nederlandse Roofvogels t iteur: Rob G. Bijlsma. met medewerking van Anne- 1 arie Blomert. Willem van Manen en Maria Quist. I >rmaat: 21 x 29,7 cm mvang: 398 blz l itvoering: gebonden met stofomslag 1 lustraties: 190 in kleur en 200 zwart/wit inclusief tekeningen en tabellen I BN: 90 6097 348 8 1 inkelprijs: 98,50 1 denprijs: 85,00 exclusief porto en verpakkingskosten (ƒ9,00) gedragingen, moge blijken uit de niet aflatende stroom van opzettelijk gedode dieren. Vergiftiging is de meest gebruik te methode om roofvogels "op te ruimen", en helaas zijn er weinig plekken in Nederland waar roofv ogels ongestoord hun leven kunnen leiden. De Zeeuwen zijn slecht met roofvogels bedeeld. In totaal telt Zeeland niet meer dan een kleine 400 roofvogelparen. Dat heeft voornamelijk te maken met de schaarste aan bossen (1,5% van het oppervlak). Bovendien is veel opgaand geboomte afgestorven na dijkdoorbraken in de Tweede Wereldoorlog en tijdens de watersnoodramp van 1953- Zodoende beperken de huidige bossen zich grotendeels tot de zandgronden van Zeeuws- Vlaanderen en de duinen v an Schouwen. Boombroedende roofvogels zijn pas in de loop van de jaren tachtig begonnen Zeeland te koloniseren. Soorten als buizerd en sperwer zijn nog uitgesproken schaars, wespendief en havik ontbreken geheel als broedvogels, al heeft de laatste in 1993 voor het eerst een broedpoging gedaan in Zeeuws-Vlaanderen (mede deling J. van Hooije). Met het ouderworden van het weinige bos zullen haviken en buizerds in aantal toenemen, terwijl vestiging van wespendieven niet kan uitblijven. Heden ten dage zijn echter slechts twee soorten wijd ver spreid en talrijk: Bruine kieken dief en torenvalk. De bruine kiekendief broedt overwegend in rietvelden, maar wordt de laatste jaren steeds vaker langs kreken, op drooggevallen en verruigde schorren en op opspuitterreinen gesignaleerd. Broedgevallen in landbouw gewassen zijn niet uitzonderlijk, al zou dit mogelijk een recente ontwikkeling kunnen zijn. De populatie is dan ook, blijkens de tellingen van Peter Meininger en zijn medewerkers, groeiende sinds ten minste 1979. Momen teel neemt Zeeland met 150-160 paren een substantieel van de Nederlandse populatie (1370- 1 -AlO paren) voor zijn rekening. Zeeland is ook de enige provincie waar overwintering van bruine kiekendieven vaker dan incidenteel voorkomt, waarschijnlijk als gevolg van het gemiddeld iets mildere winter- klimaat en de grote voedsel- rijkdom (waterwild). De torenvalk is verreweg de talrijkste roofvogelsoort met 200-250 paren. Het ophangen van nestkasten door vogel wachten en natuurwerkgroepen heeft daar zonder twijfel mee te maken. De dichtheid van toren valken word in open gebieden vaak bepaald door het aanbod van nestelgelegenheid. Juist in Zeeland is dat goed zichtbaar, omdat eksters en zwarte kraaien hier pas sinds kort op enige schaal voorkomen. Het ophan gen van nestkasten heeft met name in Zeeuws-Vlaanderen voor een stijging van het aantal torenvalken gezorgd. Mogelijk zal een verdere uitbreiding van de zwarte kraai niet alleen de torenvalk meer armslag bieden, maar ook de boomvalk. Deze sierlijkste onder de valken broedt nu nog met een tiental paren in Zeeland, maar wie weet valt er rond de eeuwwisseling door iedereen te genieten van zijn vliegkunsten

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1993 | | pagina 7