De doden
in het stroomgebied
door A. van der Veeke
Buitendijks het Verdronken land
van Saeftinghe en St. Laureins
doorsneden en verwilderd,
familiegrond die ons niet meer kent
begroeid door wat uit zichzelf komt:
zeeaster, lamsoor, zwenkgras
Daar in het stroomgebied
van hun droom moeten ze liggen
dorpelingen op bedden van stro,
alle schedels geschuurd
de voeten wijzend naar het oosten
waar de jongste dag begint
Stromend water als enig eerbetoon
hun beenderen niet genummerd
en gerangschikt in een lade
of vitrine maar weggedoken
in rauwe zoute grond,
engelen tot op het bot gezuiverd
17