Eén van de vochtige En er zijn steeds meer soorten, duinvalleien. die hun weg naar de Neeltje Jans weten te vinden. Waar zandhellingen zijn kun je natuurlijk ook konijnen vinden. Nou, die hoef je hier niet te zoe ken: als je niet uitkijkt "struikel" je erover. Vooral de oosthelling van de N57 kent een bonte populatie. Alle kleuren zie je er: zwarte, witte, grijze en bruine konijnen bevolken de hellingen alsof er geen gevaar te duchten is. En veel vijanden hebben ze dan ook nog niet. Op de enkele meeuw na, die er eens een zwak konijn uitpikt daargelaten, kennen ze geen gevaar. Het wachten is op de eerste vos. Die zal z'n geluk niet op kunnen in dit lustoord. Een natuurgebied in versnelde ontwikkeling, zo kan het hier wel genoemd worden. Duinont wikkeling duurt normaal zo'n 100 jaar, hier hebben de shovels in een paar weken een aanzet gegeven, die prima overgeno men is door de natuur, inclusief de wind. Die aanzet van de mens in combinatie met het verwerken van al dat afval geeft trouwens wel enkele grappige effecten, die je (waarschijnlijk) verder nergens ter wereld zult aantreffen. Al lopend in de duinvalleien zie je allerlei gesteenten liggen, van grint tot vuistdikke basaltblok ken uit Scandinavië, een onwer kelijk maanlandschap. Verder heb ik nog nooit een elzestruik zien groeien op de kam van een duin: hier dus wel! De duinen werden beschermd tegen weg waaien door rijshouten scher men bovenop de kammen te plaatsen. Dat daar enkele van "aangeslagen" zijn is een onver wacht genoegen. De oorzaak is dat de duinen van bouwzand en niet van zeezand gemaakt zijn en daar zitten wat meer voedingsstoffen voor planten in. Dijkglooiing langs de Oosterscheldekant. zodat wortelschieten blijkbaar tot de mogelijkheden behoort. Een goede kennismaking met dit boeiende stukje Nederland kan het best via een van de rondleidingen, georganiseerd namens eerder genoemde stich tingen. Een van de gidsen, Mevrouw Petra Sloof uit Colijns- plaat vertelt met een aansteke lijk enthousiasme, hoe de meeuwen op de Neeltje Jans dagelijks genieten van hun drie- sterren-menu van oesters en mosselen, die in grote hoeveel heden in de Oosterschelde voorkomen. Hoe de meeuwen die oesters openkrijgen, dat laat ik graag aan Petra over om te vertellen. Ze raakt op het rustige Ooster- scheldestrand niet uitgepraat over de "klifkusten", de zee- pieren en kwallen. De fourage- rende vogels zijn daar ook heel goed te observeren met de verrekijker, die ze altijd bij zich heeft. Geen overbodige luxe trouwens om een verrekijker mee te ne men op deze excursie. Je merkt aan die gidsen, dat ze blij zijn met dit stuk natuurgebied. Logisch trouwens als je bedenkt dat ze eerst knarsetandend moesten toezien hoe een stille zandplaat omgevormd werd tot een technisch centrum en bouwterrein van de eerste ont wikkelingen voor de veiligheid van Zeeland in het gevecht tegen de zee. Maar toch Nu dat unieke stuk techniek voltooid is, krijgt de natuur dit landschap weer terug en neemt het met groter diversiteit dan tevoren weer in bezit. Dat is toch iets om heel blij en dankbaar van te worden. Li laat een kans liggen als u niet kennismaakt met dit natuur gebied-in- ontwikkeling. De verantwoordelijke organisaties hebben het terrein heel goed toegankelijk gemaakt voor het publiek. Er is zelfs al een "palenwandeling" uitgezet. Kortom: voor iedere natuur liefhebber van harte aan bevolen!

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1994 | | pagina 5