Rinus Antonisse
Portret van een Zeeuws natuur- en milieujournalist
door Chiel Jacobusse
Weinigen lopen zo lang en zo intensief mee in het Zeeuwse
natuur- en milieugebeuren als PZC-journalist Rinus
Antonisse. Als min of ineer outsider weliswaar, want
Antonisse hecht erg aan journalistieke onafhankelijkheid.
Maar dan toch wel als zeer betrokken outsider, die vaak beter
op de hoogte was van allerlei zaken dan menige betrokkene.
Jarenlang onderhielden de provinciale natuur- en milieu
organisaties een intensief en vruchtbaar contact met Rinus.
Nadat hij afgelopen najaar benoemd werd tot chef
Nieuwsdienst is er een voorlopig(?) einde gekomen aan de u
schrijfaktiviteiten en dus ook aan de geregelde contacten. Een HOOgtepuntsn
goed moment voor een terugblik.
En dan ineens zijn we al een
uur aan het praten, zonder dat
we nog inhoudelijk op natuur
en milieu in de media zijn inge
gaan. Maar zo n staat van dienst
moet toch wel de nodige verha
len in zich bergen.
Journalist worden was voor
Antonisse de vervulling van een
jongensdroom. Even heeft-ie
getwijfeld tussen sociale
academie of de journalistiek,
maar uiteindelijk heeft de krant
het pleit gewonnen. Het feit dat
de keuze tussen juist die twee
mogelijkheden moest vallen is
in ieder geval tekenend voor
een grote maatschappelijke
betrokkenheid. Een betrokken
heid die ook tijdelijk vertaald
werd in een Statenlidmaatschap
voor de PvdA, maar dat
beschouwt Antonisse inmiddels
als een jeugdzonde. Hij kwam
direct na zijn Militaire diensttijd
in vaste dienst als verslaggever
bij de PZC in Terneuzen. Na
een overplaatsing naar Goes
vertrok hij tijdelijk en werd
voorlichter bij de WMZ. Maar
oude liefde roest niet. en na
enkele jaren kwam hij opnieuw
bij de PZC in Goes. Het was in
de tijd dat het Zeeuws Coör
dinatieorgaan voor Natuur-,
Landschaps- en Milieubescher
ming (nu de Zeeuwse Milieu
federatie) als organisatie van de
grond kwam en als Goesse
verslaggever kreeg Antonisse
regelmatig contact met de toen
malig coördinator, Chris Kalden.
En zo kwam Antonisse min of
meer toevallig in de sector
natuur en milieu terecht. En juist
daar vond zijn maatschappelijke
betrokkenheid een uitlaatklep.
Na overplaatsing naar de cen
trale redactie in Vlissingen en
een daarmee samen gaande
verder gaande specialisatie be
steedde Antonisse uiteindelijk
zo'n 60% van zijn tijd aan ver
slaggeving over natuur en
milieu. Met nieuwsfeiten, met
achtergrondverhalen en met
(1970)
opiniërende artikelen. Naar zijn
eigen zeggen zonder bepaalde
voorkeur voor het één of het
ander. Maar het waren toch wel
vooral de opinieverhalen die
spraakmakend waren en die bij
vriend en vijand reakties oprie
pen. Gedegen en goed gedo
cumenteerde verhalen waren
het, fel van toon en zonder aan
zien des persoons. Niet zelden
werden deurtjes van achter
kamertjes opengetrapt, waarbij
het behoorlijk kon stinken. En
hij moet het nog gauw even
kwijt: "Ik ben niet bepaald
onder de indruk van het niveau
van de Zeeuwse bestuurders.".
Waardering en verguizing heeft
het opgeleverd, maar Antonisse
lijkt onder beide onberoerd te
blijven. De invloed die Anto
nisse met zijn verhalen uitoefen
de schat hij zelf niet zo hoog in.
Evengoed: in de wandelgangen
werd hij soms "de zevende
gedeputeerde" genoemd. Maar
daar wil Antonisse niets van
weten: "Ik hoop oprecht dat dat
een grapje was".
Zijn er hoogtepunten te noe
men? "Nou nee, ik heb eigenlijk
vooral dieptepunten meege
maakt. Het is alleen maar slech
ter gegaan met natuur en milieu.
En de succesjes die er behaald
werden die zijn zo marginaal
dat dat absoluut niet opweegt
tegen al de ellende waarover je
steeds weer moet schrijven. Om
toch een paar goeie dingen te
noemen: Ik vond het heel
plezierig dat de Grevelingen
zout bleef. Dat zou je misschien
een hoogtepunt kunnen
noemen. Een goede ervaring
was ook dat Landinrich
tingsprojecten in de loop der
jaren een ander accent gekregen
hebben. Ik heb in de jaren 70
bijvoorbeeld veel geschreven
over het feit dat de hele Poel op
de schop ging in het kader van
de ruilverkaveling "De Poel-
Verslaggever in
Goes. (1975)
6