Het Zeeuwse Landschap toen en nu door Mieke van der Jagt De Stichting Het Zeeuwse Landschap nadert een eerbiedwaardige leeftijd: zestig jaar in 1996. Een leeftijd waarop de meesten hun sporen in de samenleving wel hebben verdiend, waarop het haar interessant begint te grijzen en waarbij de toekomst, meer dan ooit, openligt. Direkteur Robert Willems kijkt, via notulen, jaarverslagen, publikaties en eigen ervaring, terug op de geschiedenis van het Zeeuwse Landschap: „Een succes story." Eerbiedwaardig was het Landschap toen al, bij de oprichting in 1936. „De toenmalige directeur van Natuurmonumenten nam de Com missarissen van de Koningin in de arm om de provinciale landschaps stichtingen op poten te zetten. Gelderland en Utrecht waren Zeeland voorgegaan en de bedreiging van het Landgoed Hoogduin in Domburg vormde de directe aanleiding om in Zeeland van start te gaan. Het voortbestaan van het landgoed kwam toen in gevaar door groot scheepse plannen voor woningbouw. Wat dat betreft is er weinig nieuws onder de zon." De notabelen die provincie-breed voor bestuursfuncties werden geron seld, werden doelbewust benaderd met in het achterhoofd een aantal beproefde principes: adeldom v er plicht, het maatschappelijk draagvlak moet breed zijn en niet in politieke kleurstellingen geschilderd en het Zeeuwse Landschap is het meer dan waard om te worden behouden. „In wezen werken we nog op dezelfde manier", zegt Robert Willems. „Alleen zijn de notabelen vervangen door deskundigen. Niet adeldom, maar kennis verplicht tegenwoordig. Je kunt haast geen tak van weten schap bedenken of wij hebben er een prima deskundige van in het bestuur, in de stichtingsraad, in onze grote kring van vrijwilligers of onder het personeel." De stichting werd weliswaar opgericht om, naar het voorbeeld van Natuurmonumenten, natuurbescher ming te beijveren door onder meer het beheer van gebieden die regionaal van belang waren: tot 1939 viel er niets te beheren. Inspanningen en adviezen van het Landschap hadden in Domburg het tij helpen keren, maar een terrein waarop alle inzichten konden worden toegepast, kwam er pas in 1939. De Belgen wilden het dynamische getijdegebied van het Zwin bedijken om er een recreatie park aan te leggen. „Alweer een herkenbaar conflict voor mensen van onze tijd. De poging kon worden verijdeld omdat de opening van de slufter op Nederlands grondgebied lag. Onder druk, ook van Vlaamse actievoerders, ging die ramp niet door. Het Landschap kreeg het Nederlandse deel van het Zwin in beheer en er werden afspraken ge maakt met de Belgen. Zo is onze beheersgeschiedenis begonnen: grensoverschrijdend avant la lettre." In weerwil van de tijdgeest, die achtereenvolgens werd beheerst door oorlog, wederopbouw, grote ruil verkavelingen, watersnood, water staatkundige werken en - opnieuw - ruilverkaveling, ging het het Zeeuwse Landschap voor de wind. Niet zozeer in termen van beheer want tot 1976 kwam het areaal aan beheersgebieden niet hoger dan 400 hectaren bij elkaar. De inbedding in de Zeeuwse samenleving liep echter voorbeeldig. „Eén op de dertien Zeeuwse gezin nen is donateur van het Zeeuwse Landschap. Een aantal van 9.000 leden lijkt misschien niet veel in vergelijking met andere landschaps stichtingen maar het marktdekkings- percentage is veel hoger. De Zeeuwen houden van hun landschap en dat laten ze ook veelvuldig via de achterruiten van hun auto, weten." Willems is aan de ene kant blij dat zo weinig Zeeuwen zoveel moois in stand moeten houden, aan de andere kant zou hij met het Zeeuwse dekkingspercentage en het inwonertal van Zuid-Holland op rozen zitten. „Je kunt nu eenmaal niet alles hebben, al moet ik zeggen: wij hebben inmiddels heel veel. In 1976 kwam er geld vrij om een bureau op te zetten en dat heeft de aankopen en de beheersovereenkomsten in een Directeur Robert Willems voor het kantoor van Het Zeeuwse Landschap 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1994 | | pagina 12