Dagboekfragment uit 1934
van de eerste auteur.
;V^--,.-c.-rT' - -V— tcC--£- U^, rSe,dj \- .^Xü\.
1
ioms kreeg ik bij het kweken de
chrik van mijn leven. Zo nu en dan
ond ik een prachtige rups: blauw,
ood en geel met vier gele penseeltjes
>p de rug en aan het achtereinde,
naar ook verder op het lichaam met
tnge borstelharen, kortom juweeltjes
>m te zien! Natuurlijk moest ik ze
cweken!
Uit de pop kwam dan een aardig
iruin vlindertje met duidelijke witte
lekjes op de voorvleugel, heel
tewoon: de Witvlakvlinder (Orgyia
ntiqua). Maar een andere keer
erscheen er een afschuwelijk insekt,
en dik teek-achtig wezen, dat de
liegkunst nooit machtig zou worden,
iet alleraardigste boek van
Dr. G. Kruseman, 'De Insecten' deel
2, wees mij de weg: dit was het
vleugelloze wijfje van diezelfde
witvlakvlinder!
Zo nu en dan zien we in de zomer
ten prachtige Rode Weeskind
Catocala nupta). Het is één der
grootste van onze uilen.
Het vangen van nachtvlinders doet
men meestal met een sterke lamp, die
vóór of boven een laken
geplaatst wordt. Met deze
methoden ging er voor mij een
nieuwe wereld open, toen ik
meemaakte, hoe de heer
Vestergaard hiermee allerlei voor
mij volkomen onbekende vlinders
als het ware 'tevoorschijn toverde'.
In tegenstelling tot het duingebied
van Walcheren, is het parkbos van
'Ter Hooge' nog weinig onderzocht.
Toch leveren waarnemingen met
'smeer' (een mengsel van stroop en
spiritus) en met een 500-watt-meng-
lichtlamp interessante gegevens op.
Allereerst de goede bezetting van de
smeerplekken in de nazomer van
1992. Tal van uilen (Noctui-dae)
verschaften zich hier een alcoholische
roes, waaronder de Rode Weeskinde
ren. Enkele exemplaren van de zeld
zame trekvlinder Mvthimna vitellina
gaven eveneens acte de présence,
alweer een aanwijzing voor de gun
stige omstandigheden hier voor zui
delijke soorten.
Ruim honderd soorten grotere nacht-
iUe Wta/f no, jCt. U cZ
tu- Vet-'4*--
J .Ch* c.'Z ft£^, -t_<9
V-A- G v
v-_O-ia,
vlinders verzamelden zich op en rond
het vangscherm. Twee er\'an verdie
nen zeker vermelding. Allereerst
Notodanta phoebe, een dikke ver
want van de bovenbeschreven
Kameeltjesvlinder. De rups is gebon
den aan Eik en een zeldzaamheid in
Zeeland. De tweede is de uil Litho-
phane semibrunnea, een schaarse
bewoner van Essen-Iepenbossen.
Zeker is, dat op 'Ter Hooge' nog
honderden soorten nachtvlinders ont
dekt kunnen worden. Met de ouder
dom van het bos zal de verscheiden
heid ongetwijfeld toenemen.
Kameeltjesvlinder
19