Dijktalud met onder meer pastinaak, wilde marjolein en wilde peen
bijzondere dijkplanten zijn typerend
voor de overgang van grasland naar
struweel. Dat kan een ruimtelijke
overgang zijn, maar evengoed een
overgang in de tijd; dus een stadium
van beginnende verruiging. Zo'n
toestand was heel gewoon in de tijd
van de rondtrekkende schaapskudden,
maar die kun je met andere
beheersvormen eigenlijk nooit
helemaal nabootsen. Het is niet voor
niets dat de gezamenlijke
terreinbeherende organisaties in
Zeeland de stichting Zeeuwse
Schaapskudde in het leven geroepen
hebben. Die stichting exploiteert de
overbekende schaapskudde in de Zak
van Zuid-Beveland. Want zonder het
belang van andere dijken uit het oog
te verliezen kun je rustig stellen dat
de dijken in de Zak het summum zijn
op het gebied van bloemdijkplanten.
Wilde marjolein, moeslook, ruige
anjer, wollige distel en tal van andere
soorten bereiken daar hun hoogste
concentraties.
Maar daaruit moet u vooral niet lezen
dat de dijkflora elders niet de moeite
waard zou zijn. Een heel intrigerend
onderdeel van het dijkplantenverhaal
is dat elke regio zijn eigen typerende
soorten herbergt. Zo vind je langs
alle dijken die langs de Oosterschelde
liggen de kniisdistel, die in de Wes-
terschelderegio nagenoeg ontbreekt.
Paardebloemstreepzaad en gevlekte
rupsklaver vinden hun zwaartepunt
op nog als zodanig fungerende
zeedijken en voor zeldzame klavertjes
moet je op de Zeeuwsvlaamse en
Schouwse dijken zijn.
Toch kiezen we voor onze
bloemdijkexcursie een traject iit de
Zak van Zuid-Beveland. De excursie
start op zaterdag 16 juli om 10.00
uur. Donateurs en hun huisgenoten
kunnen gratis aan de tocht
deelnemen. Het vertrekpunt t
voor de excursie vindt u op het
kaartje bij dit artikel.
Ruige anjer