doen, zodat dit kan worden omgezet
in lichaamsbeweging. Tevens hebben
de vrouwtjesvlinders deze
voedingsstoffen nodig om eitjes te
kunnen produceren, en daarmee het
nageslacht in stand te houden. Nektar
wordt gehaald uit bloemen en
bloeiende planten, struiken of bomen.
Enkele vlindersoorten halen
voedingsstoffen uit rottend fruit, of
zelfs uit mest of kadavers. Het gros
van de soorten zult u echter op
bloemen en planten tegen kunnen
komen. Aangezien de meeste
nektarplanten ook pas rond het begin
van de zomertijd beginnen te bloeien,
kunnen we ook zeggen: "Zomertijd
Bloementijd".
Sommige vlinders zijn erg kieskeurig
in het bezoeken van bepaalde
plantesoorten, maar dat heeft meestal
direkt te maken met de vijfde
voorwaarde: de aanwezigheid van
voedselplanten voor de rupsen.
Veel rupssoorten leven maar van één
plantesoort. Het vrouwtje van de
Dagpauwoog bijvoorbeeld zal haar
eitjes bijna altijd alleen maar afzetten
op brandnetelplanten. Wanneer de
rupsjes uit de eitjes kruipen, bevinden
ze zich meteen op de voedselplant die
hun specifieke voorkeur heeft, en
kunnen ze gelijk beginnen met het
zich volproppen. Meestal is er voedsel
in overvloed aanwezig. Vlinders
hebben dus nektarplanten nodig,
maar rupsen voedselplanten, met een
ander woord waardplanten genoemd.
Vlinderwerkgroep
Wellicht is het u als lezer bekend dat
in de regio Midden-Zeeland een
Vlinderwerkgroep aktief is. Sinds juni
1993 bestaat deze groep uit 30
leden, vooral afkomstig uit Walcheren
en Zuid-Beveland, maar ook enkelen
uit Noord-Beveland en Schouwen-
Duiveland.
Ondanks het sombere weer van 1993
hebben we toch zo'n 7000 vlinder-
waarnemingsgegevens van 26 dag-
vlindersoorten ontvangen van diverse
werkgroepleden. We hopen dat in
1994 dat aantal verdubbeld zal
worden. Ook u als lezer van "Zeeuws
Landschap" willen we om uw mede
werking vragen. Onder het motto:
"Vlinders gezien? Laat het ons
weten!" zouden we graag waar-
nemingsgegevens van u ontvangen,
om zo'n breed mogelijk beeld te
krijgen van de verspreiding van
vlindersoorten in Zeeland. Dit hoeft
niet beperkt te blijven tot alleen de
bijzondere soorten, echter ook
gewone soorten zoals de bekende
Atalanta, Dagpauwoog, Kleine vos,
Icarusblauwtje enz. zijn interessant
genoeg om aan ons door te geven.
Nieuwe werkgroepleden of donateurs
zijn van harte welkom.
In onze Nieuwsbrief "De Zeeuwse
Prikkebeen" wordt 4x per jaar verslag
gedaan over allerlei zaken die met
vlinders te maken hebben. In de
toekomst willen we ons ook gaan
verdiepen in de nachtvlinders, maar
voorlopig houden we ons voorname
lijk bezig met dagvlinders, omdat die
het meest en het makkelijkst kunnen
worden waargenomen. Doet u ook
mee? We hopen op een vlinderrijk
1994!
Voor informatie of reakties kunt u
terecht bij de schrijver van dit artikel,
tel.nr. 01102-43987.
7