Natuurontivikkelinjj waarheen bulldozer nan te pas hoeft te komen... de voormalige Selenapolder over spoeld en binnen de kortste keren ontwikkelde zich daar een schitterend landschap. Zoiets kost dan weer niks. Dat doet de Westerschelde helemaal gratis." Van die gratis werkkracht zon Het Zeeuwse Landschap wel vaker gebruik willen maken. „Inmiddels gaan steeds meer stemmen op om te ontpolderen. Voor de vogels in onze gebieden zou dat niet slecht zijn en voor havenbaronnen ook niet. Hoe meer volume de Westerschelde heeft, hoe sterker de ebstroom wordt. De gewenste v erdieping van het estua rium zou zonder baggerschepen te bereiken zijn, als ver stroomopwaarts, achter Antwerpen een aantal polders aan de Schelde werd teruggegeven." De problematiek van de Westerschel de, nog altijd één van de meest ver vuilde maar tegelijk één van de meest dynamische landschappen in West- Europa, illustreert de noodzaak v oor het Zeeuwse Landschap om over de grenzen heen samen te werken. „Bin nen Nederland is dat minder ingewik keld omdat in de andere provincies ook weer landschapsstichtingen werk aardige duit gaat kosten. „Maar daarvoor krijgt de bezoeker ook een eersterangs zicht op bijzondere land schappen als een slufter, een natte duinvallei, inlagen en een vogeleiland. Dat alles zonder het kwetsbare land schap aan al teveel betreding bloot te stellen." Een voorbeeld van natuur ontwikkeling waaraan geen bulldozer te pas hoefde te komen, is het Sieper- daschor bij het Verdronken Land van Saeftinghe. „Door een dijkval raakte 10 zaam zijn, die in een Unie van Land schappen samenwerken. Met België is samenwerking aanzienlijk minder eenvoudig, omdat natuurbescherming daar veel minder gestructureerd is. Er komen wel steeds meer milieu groepen maar van een duidelijke samenhang is nog geen sprake." De taak die het meest in het oog loopt, is ongetwijfeld het toegankelijk maken van de de terreinen. "We hebben altijd de natuur voorop staan, maar zodra die betreding toestaat, stellen wij het terrein open. Soms kunnen bezoekers onbeperkt rond lopen, in andere gevallen moeten we beperkingen opleggen. Plaatsen die absoluut geen betreding verdragen, broedplaatsen van watervogels bij voorbeeld, proberen we visueel toe gankelijk te maken door er vogel observatiehutten te zetten of kijkschermen." Het werk van Het Zeeuwse Land schap kost geld, veel geld. En hoewel Rijk en provincie een aardige cent bijdragen, kan de stichting niet zon der donateurs. „Ons marktdekkings- percentage is, met 9.200 gezinnen, al één van de hoogste van Nederland, maar we denken dat we toch tot een aantal van 10.000 donateurs moeten kunnen komen. Dat kan niet zo moeilijk zijn, het landschap verkoopt per slot van rekening zichzelf." Robert Willems hoopt dat nog meer Zeeuwen hun verantwoordelijkheids gevoel ten opzichte van hun eigen woonomgeving - 'want daar hebben we het tenslotte over' - gaan vertalen in een jaarlijkse donatie. Een bedrag waarvoor je met het hele gezin maar nauwelijks eenvoudig buiten de deur kan eten maar waarvoor je het hele jaar goed geïnformeerd in de mooiste natuurgebieden terecht kan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1994 | | pagina 10