Uit het beheer door Gert Jan Buth Verzanding van Het Zwin Waterstaatkundig experiment in het Zwin Het Zwin, op de grens tussen België en Nederland, is een sluftergebied. n de duinenrij van het Zwin is een ipening aanwezig waardoor de zee iet schorgebied achter de duinen kan iverspoelen. Vroeger was het Zwin en brede zeearm waaraan handels steden als Brugge, Damme en Sluis aroot geworden zijn. In de Middel eeuwen begon de zeearm echter te erzanden, met onder andere het ■conomisch verval van Brugge tot gevolg. Door maatregelen als de lanleg van kanalen en ontpoldering, jen maatregel die momenteel uit logpunt van natuurontwikkeling in de belangstelling staat, heeft men evergeefs getracht de verzanding egen te gaan. Ook in het huidige estant van het Zwin is verzanding .■en actueel probleem. Ten gevolge an de doorgaande verzanding is het ichorgebied steeds hoger komen te iggen. De komberging van het tebied is daardoor verkleind, met als tevolg dat bij eb de stroomsnelheid an het water lager is dan bij vloed, let andere woorden, de hoeveelheid and die met opkomend water het .ebied binnenkomt bezinkt daar grotendeels en wordt niet meer afge- oerd via de ebstroom. Zonder maat- egelen zal het schorgebied van het 'win binnen enkele jaren zo hoog :ggen dat het nauwelijks, en nog nkele jaren verder, nooit meer over- poeld zal worden. Het internationale latuurgebied zal daardoor sterk van arakter veranderen en de huidige arakteristieke schorvegetatie en kust- ogelgemeenschap zal daardoor ver wijnen. Vooral van Belgische kant ordt zo'n ontwikkeling sterk ictreurd. )m een wijs oordeel te vellen over de erzanding van het Zwin is enkele aren geleden een Internationale iwincommissie samengesteld, waarin rnder andere de Commissaris van de koningin in Zeeland zitting heeft. Die commissie heeft weer een Technische Werkgroep in het leven geroepen, die het probleem in kaart moet brengen en tevens een aantal mogelijke oplossingsmaatregelen moet uitzoeken. In die Technische Werkgroep zit onder andere de Stichting "Het Zeeuwse Landschap", beheerder van het Nederlandse deel van het Zwin. Om de verzanding tegen te gaan, of beter gezegd om de ontwikkeling weer tientallen jaren terug te draaien, zijn ingrijpende maatregelen nodig, bijvoorbeeld het schorgebied afgraven. De werkgroep is momenteel de plussen en minnen van de verschillende maatregelen, en de financiële consequenties daarvan, aan het uitwerken. In de tussentijd vinden er gemiddeld eens in de twee jaar periodieke maatregelen plaats om de verzanding t an het Zwin af te remmen. Er wordt dan in de mon ding van de Zwingeul, nog net op het strand, een zogenaamde zandvang uitgegraven. In dat kunstmatige meer valt de stroming van het binnen komende vloedwater weg, waardoor ter plaatse het meegevoerde zand bezinkt en er dus geen zand in het schorgebied terecht komt. Afhankelijk van het aantal extra hoge waterstan den is zo'n zandvang na één tot twee jaar vol en moet dan weer opnieuw uitgegraven worden. Dit najaar gaat dat weer gebeuren. Deze maal is België aan de beurt om ca 90.000 m' zand uit te graven en verderop tegen de duinvoet af te zetten. Aansluitend op het uitgraven van een zandvang in het Zwin zal de Technische Hogeschool uit Delft dit najaar een experiment uitvoeren om na te gaan hoe op praktijkschaal een dijkdoorbraak plaatsvindt. De monding van de Zwingeul wordt dan vlak voor een extra hoge vloed voor enkele uren afgedamd met een zandlichaam. Vanaf een meetbrug wordt precies gevolgd en gemeten hoe de vloedgolf het zandlichaam zal wegspoelen, welke stroomsnelheden daarbij spelen en hoe diep de ontgrondingskuil ach ter het zandlichaam wordt. De informatie die dit fundamenteel wetenschappelijk onderzoek oplevert is van belang voor toekomstige kustverdedigings- werken. Normaliter vinden dergelijke tamelijk ingrij pende wetenschappelijke experimenten niet plaats in de natuurgebieden van Het Zeeuwse Landschap. In dit geval kunnen de onderzoeksaktiviteiten echter gekoppeld worden aan de nog veel omvangrijkere graafwerken voor een zandvang. De 4.000 nr' zand die met deze zogenaamde bresgroeiproef gemoeid is zal direct na het experiment uit de dan net aangeleg de zandvang verwijderd worden. 11 1 ■'vMliiLtj. yt/iflH» De Mwinmonding heeft sterk te lijden onder verzanding

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1994 | | pagina 11