Op zoek naar... wasplaten
door Chiel Jacobusse
Paddestoelen vormen een fascinerend
wereldje. Veel soorten zijn
supergespecialiseerde levensvormen, waar in
feite maar weinig over bekend is. Een sterk
staaltje van specialisatie is bijvoorbeeld te
zien bij de geelgroene kelkbekertjes
(Rutstroemia luteovirescens) die uitsluitend
op overjarige bladstelen van afgevallen
essenbladeren voorkomt. Of het
meidoorngeweizwammetje dat afgevallen
meidoornbessen als groeiplaats verkiest. Er
bestaat zelfs een prachtig wit paddestoeltje
dat uitsluitend aangetroffen wordt op de
rottende stronken van smeerwortels; de
smeerwortelmycena. Vaak staan die
gespecialiseerde zwammetjes als uiterst
zeldzaam te boek, totdat één of andere
specialist zich er op toelegt en dan de ene
vondst na de andere doet. Een Zeeuwse
mycoloog die in dat opzicht zijn sporen
verdiend heeft is de Goesenaar Wim Kuys
die nogal wat pionierswerk gedaan heeft aan
de bovengenoemde soorten.
Een paddestoelengroep die zich al
vanouds in grote belangstelling van
amateurs en beroepsbiologen ver
heugen mag zijn de wasplaten.
"De orchideeën onder de padde
stoelen" zou je ze kunnen noemen.
Niet alleen vanwege de grote belang
stelling die ervoor bestaat, maar ook
omdat ze in andere punten overeen
komen. Om te beginnen is er de
geweldige kleur- en vormenrijkdom.
Veelal zijn wasplaten felgekeurd en
fraai gevormd. En net als orchideeën
zijn ze heel kritisch wat hun groei
plaats betreft, en kunnen ze dus die
nen als graadmeter voor de kwaliteit
van een gebied. De naam wasplaten
heeft te maken met de wasachtige
lamellen (plaatjes) onderaan de hoed.
In Nederland komen tientallen
verschillende soorten wasplaten voor.
Vele daarvan zijn zeldzaam en voor
alle soorten geldt dat ze in de loop
van deze eeuw sterk achteruitgegaan
zijn. Dat heeft te maken met hun
voorkeur voor een schrale, tamelijk
open grasvegetatie. Alle wasplaten
groeien in grazige gebieden; in
bossen komen ze niet voor.
Bemesting is voor wasplaten funest,
en ongetwijfeld is dat de belangrijkste
reden dat ze zo zeldzaam geworden
zijn. In weilanden waar niet bemest
wordt verschijnt veelal als eerste het
sneeuwzwammetje, een soort met een
sneeuwwitte hoed die behalve in wei
landen ook wel op schrale, zandige
dijken te vinden is. Van alle wasplaten
is dit in de Zeeuwse polders de meest
algemene, maar ook het bont
gekleurde papegaaizwammetje is nog
niet echt zeldzaam. De wat puntige
hoed van deze soort heeft een meng
sel van groene gele en oranje tinten
en vaak groeien de paddestoeltjes in
kleine bundeltjes bij elkaar.
Het sneeuwzwammetje en het pape
gaaizwammetje werden een jaar of
tien geleden allebei gevonden in de
Yerseke Moer in weilanden waar al
een flink aantal jaren de bemesting
achterwege was gebleven. Na enig
speurwerk kon daar nog een derde
soort aan toegevoegd worden, en wel
de schitterend oranje gekleurde
elfenwasplaat.
Overigens staat het verschijnen van
wasplaten niet los van de overige