Een Zeeuwse
RoofVogelwerkgroep
|vV -xm
K "tX
door Mieke van der Jagt
Goed nieuws voor de vogels in het algemeen
en voor de roofvogels in het bijzonder:
Vogelbescherming Nederland heeft sinds
vorige maand een regioconsulent voor zuid
west-Nederland in de persoon van Jan
Willem Vergeer. Hij houdt elke donderdag
kantoor bij de Zeeuwse Milieufederatie in
Goes en één van zijn eerste bezigheden was
het helpen bij de oprichting van een
roofvogelwerkgroep voor Zeeland.
Dat zo'n werkgroep er moest komen,
werd steeds pijnlijker duidelijk met
het toenemende aantal vondsten van
vergiftigde vogels en vernielde en
uitgehaalde nesten. Ook het feit dat
roofvogels proberen zich, tegen de
verdrukking in, op meer plaatsen in
Zeeland te vestigen, vraagt om actie
in de vorm van onderzoek en
bescherming. Maar dat de belang
stelling onder de Zeeuwse vogelaars
zo groot zou zijn hadden zelfs de
initiatiefnemers Henk Casteleijn en
Vergeer niet verwacht. Bij de vijfen
veertig stoelen die ze in de voorzaal
van de Prins van Oranje in Goes
hadden laten neerzetten, moesten er
ijlings worden bijgesleept.
Om de belangstellenden een beetje
op te warmen voor het roofvogel-
werk, waren Rob Bijlsma en Maria
Quist, auteurs van de ecologische
roofvogelatlas, naar Goes gekomen.
Maria Quist drukte de kersverse
roofvogelwerkgroep op het hart om
onderzoek en waarnemingen volgens
gestandaardiseerde methoden aan te
pakken en op te tekenen.
Pas dan kan een nauwkeurig beeld
worden gevormd van de bedreigingen
en de mogelijkheden voor roofvogels.
In een videofilm toonde ze hoe het
roofvogelonderzoek in zijn werk gaat.
De film is gemaakt voor leerlingen
van de hoogste klassen van het basis
onderwijs en de eerste klassen van het
voortgezet onderwijs. De band is bij
Vogelbescherming Nederland te
bestellen.
A v. 'x
D t'&t
Spmven
K V
In een, rijk met dia's geillustreerd,
betoog ging Bijlsma in op zijn passie:
de boombroedende roofvogels.
Onderzoek van nesten, legsel,
kuikens, prooidieren en het gedrag
van de vogels, levert veel informatie
op over de potenties van een gebied
en de mate van vervolging.
Dat niet alleen onderzoek aan boom-
broedende roofvogels spectaculaire
resultaten kan opleveren, bewijst de
studie die de Steltkluut heeft verricht
naar de voedselvoorkeuren van bruine
en blauwe kiekendieven in Saeftinghe.
André Bourgogne deed er verslag
van. Bruine kiekendieven lopen, meer
dan hun blauwe collega's, het risico
slachtoffer te worden van vervolging
omdat ze gedurende enkele maanden
vrij veel binnendijks voedsel zoeken.
Die gewoonte kan de vogels fataal
worden, getuige de lugubere vond
sten die de afgelopen maanden zijn
gedaan: dode en doodzieke roofvo
gels met een krop vol vergiftigd aas.
Henk Casteleijn, die het roofvogel-
werk voor Zeeland gaat coördineren,
wil zo snel mogelijk een begin maken
met een overleg met de boerenorga-
nisaties. Niet alle vergiftigingsgevallen
zijn het kwalijke gevolg van boze
opzet. De gewoonte om vergiftigde
graankorrels onder dakpannen op het
land te leggen, is niet bedoeld om
roofvogels uit de weg te ruimen maar
om muizen te verdelgen.
Het kan echter hetzelfde effect
hebben als het landbouwgif dat in de
jaren zestig de roofv ogelstand
decimeerde, doordat de roofvogels de
vergiftigde muizen opeten. Volgens
Castelijn moet het mogelijk zijn om
in goed overleg met de boeren een
oplossing voor het probleem te
vinden. Als ook de boeren zich
inzetten voor een betere roofvogel-
stand kan het zover komen dat een
muis op het land veel meer risico
loopt door een vogel te worden
gepakt dan dat hij nu door een ver
giftigde korrel aan zijn einde komt.
De roofvogelwerkgroep komt in
januari opnieuw bijeen om de
structuur te bespreken en om lijnen
uit te zetten voor de toekomst.
18