Beheer van de Wallen van Retranchement Nieuwe werkschuur in West Zeeuws-Vlaanderen In Memoriam Harry van Dijck De wallen van Retranebement Eind 1994 zat het dorpshuis van Retranchement vol. Bewoners hadden bedenkingen bij de manier waarop Het Zeeuwse Landschap de wallen beheert. Een aantal klachten bleken betrekking te hebben op deelgebie den die niet door Het Zeeuwse land schap beheerd worden, zoals het wandelpad over de wallen of water overlast in een aangrenzende polder. In het bijzonder stoorden mensen zich aan distels tussen het gras en brandnetelhaarden. Medewerkers van Het Zeeuwse Landschap legden op die avond uit dat plaatselijk een dergelijke ruigte-vegetatie ook een belangrijke natuurwaarde vertegen woordigt. Deze planten vormen onder andere een leefgebied voor vlinders en boomkikkers. De beheer ders beseffen aan de andere kant dat voor een natuurgebied wat een wezenlijk onderdeel van een dorp uitmaakt extra aandacht voor de hollandse 'netheid' noodzakelijk is. Afgesproken werd dat Het Zeeuwse Landschap met een delegatie van de Dorpsraad regelmatig afstemt over het beheer van de wallen en dat de beheerder schriftelijke toelichting levert voor de Dorpskrant. Afgelopen najaar is bij de Wallen van Retranchement een grote drinkput, de Boo z'n Put, uitgebaggerd en is een gedeelte van de veste voor enkele dagen leeggepompt. Beide maatregel hadden tot doel weer helder water te creëren, goed voor waterplanten, salamanders en kikkers. Uit de Boo z'n Put kwam meer bagger vrij dan gepland. Dus terecht dat bewoners enkele weken later op de bijeenkomst in het Dorpshuis opmerkten dat de tegen de wallen gestorte baggerspecie geen fraai zicht is. Ondertussen is de specie al aardig ingedroogd en zal aanstaande zomer gebruikt worden voor opvulling van verzakkingen in het wallichaam, daar waar bunkertjes verwijderd zijn. Uit de leeggepompte veste, een gedeelte wat voorheen in verbinding stond met het afwaterings kanaal van de polders, zijn honderden karpers verwijderd. Karpers woelen permanent de bodem om, met troebel water als gevolg. Momenteel is het water in de veste aanzienlijk helderder dan voorheen. G.J.B. Voor de uitvoering van het beheer van de natuurgebie den die verspreid door Zeeland liggen heeft Het Zeeuwse Landschap de provincie in vier regio's verdeeld. Elke regio heeft een beheerder en één of meerdere veldmedewerkers. De regio West Zeeuws-Vlaanderen is de laatste jaren nogal gegroeid. Het Landschap beheerd hier nu zo'n 400 ha natuurgebied op 'het vaste land', en in de Westerschelde de Hooge Platen, die zo'n 860 ha beslaan. Voor het natuurbeheer zijn machines en materialen nodig. Tot voor kort werd daarvoor in regio West een gedeelte van een schuur in Breskens gehuurd. Die ruimte werd echter te klein en daarom is onlangs een landbouwschuur bij het Grote Gat bij Oostburg aangekocht. Afgelopen winter is de schuur enigszins verbouwd en is regiobeheerder René Beijersbergen met zijn kantoor verhuisd vanuit zijn woonkamer naar de aangepaste koeiestal in de werkschuur. De schuur biedt voldoende ruimte, zodat nu overdekt de winterbeurt aan trekkers, machines en de beheersboot uitgevoerd kunnen worden. Vanuit het kantoorgedeelte kijk je uit op het fraaie natuurgebied het Grote Gat. Voor dat gebied staat nog een flinke uitbreiding op stapel in het kader van de ruilverkaveling Aardenburg. Met zo'n uitzicht zal de regiobeheerder zeker geinspireerd worden bij het opstel len van een natuurontwikkelingsplan voor het Grote Gat. Harry van Dijck Op weg naar zijn geliefde Saeftinghe overleed ten gevolge van een noodlottig ongeval, de nestor van het Saeftinghe-vrijwilligersteam. Gedurende de 22 jaar dat hij gids was, heeft hij tienduizenden mensen veilig door het gebied rondgeleid. Harry was een markant figuur. Wie Saeftinghe één of meerdere keren bezocht heeft, heeft dit zeker onder zijn leiding meegemaakt. De gidsen en iedereen die hem gekend hebben, verliezen in hem een zeer goede en altijd opgewekte vriend. Wij allen zullen hem missen. J.N. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1995 | | pagina 10