Jean Maebe: "M'n kijker is mijn
Een halve eeuw actief in Saeftinghe
door: Arnold van der Wees
Met een lage waterige winterzon in de rug
lopen we door de geulen. Omringd door
gakkende grauwe ganzen en fluitende
smienten zijn we op pad naar het
Speelmansgat. Onder de indruk van de
schoonheid van het winterse landschap,
de berijpte zeebies en de duizenden vogels
vergeten we de tijd. Toch hebben we haast.
Het zilverglinsterende water vult snel de
brede geul. Voor ons vliegen zwarte ruiters
op. We zijn net op tijd om droog over te
komen en slaan een zijgeul in. Vlak voor
ons zien we een middelste zaagbek.
"Maar die is niet in orde", zegt Jean.
Behoedzaam loopt hij achter de moeizaam
voortroeiende vogel aan. "Moet je eens
voelen hoe vermagerd hij is." Met de vogel
onder zijn arm loopt hij weer verder.
Jean Maebe... een levenlang Saeftinghe.
Jean Maebe is Vlaming, gids, voge
laar, lid van de stichtingsraad, maar
voor alles Saegtinghe-kenner. Hij
groeide op in een liberaal-katholiek
gezin en bracht het tot hoofd finan
ciële administratie van de Antwerpse
Gasmaatschappij, later opgegaan in
Electrabel. Het gidsen in Saeftinghe
vindt deze - every inch a gentleman -
leuk, maar alleen als zijn publiek
geïnteresseerd is. Het deel uit maken
van het gidsenteam is niet het enige
wat Jean aan Saeftinghe bindt. "Mijn
broer wekte als eerste mijn enthou
siasme voor vogels", zegt Jean Maebe
die al bijna vijftig jaar verknocht is
aan Saeftinsihe. "Als determineer-
nagelaten. We vormden een groepje
van jonge vogelliefhebbers, waarvan
Rik van der Vloet en ik steeds samen
zijn gebleven. We konden het niet
nalaten om de andere week een dag
te genieten van Saeftinghe. De andere
weekenden trokken we per fiets heel
Zeeland door, de vogels vanaf de
dijken observerend. Aan de grens
werd altijd moeilijk gedaan. Je mocht
niks in- of uitvoeren. M'n maat Rik
had eens rubberen laarzen gekocht
die je in Belgie niet kon verkrijgen.
De douanier keek er langdurig naar,
boekje gebruikten we "Wat vliegt
daar" en "Zien is kennen". Iets
anders had je in die tijd niet."
Jean werd in 1941, op 13-jarige leef
tijd lid van natuurvereniging "De
Wielewaal". Bij één van de traditio
nele Paasuitstapjes maakte hij voor
het eerst kennis met de schorren en
slikken van Zandvliet en Ossendrecht.
Het zou tot 1946 duren voor hij zijn
eerste stappen op Saeftinghe zette.
"Dat was toen een hele reis, met ver
trek uit Antwerpen met de buurt
spoorweg door de prachtige polders
naar Lillo. Met het overzetbootje
voeren we naar Doel en ging het
verder te voet over de Scheldedijk
naar Saeftinghe, een tocht van twee
uur. Ik herinner me nog dat het weer
betrokken was, windstil en in de
polders hoorden we overal de
geelgors zingen. Het was maar een
kort bezoek, want we moesten het
laatste overzetbootje nog halen. De
uitgestrektheid van het gebied maar
ook onze eerste waarneming van de
grauwe gans hebben een diepe indruk
Maebe hield zich in het verleden onder meer bezig met het ringen van jonge vogels in
Saeftinghe
16