De boszegge, een buitenbeentje in Zeeland door Roelof Bijl Tijdens een routinebezoekje, begin november aan het Landgoed Ter Hooge, vond ik een groeiplaats van Boszegge (Carex sylvatica) ter grootte van enkele vierkante meters. Het bijzondere aan deze plant is, dat Ter Hooge de enige groeiplaats van heel Zeeland is. Ik ben zo eens in de archieven gedoken van enkele bekende botanici als De Visser en Jongepier, en heb hun bevindingen vergeleken met vondsten die zijn opgestuurd naar het Rijksherbarium. Boszegge wordt nergens vermeld door J.W. Jongepier, en ook een inventarisatie, uitgevoerd door de toenmalige PPD halverwege de tachtiger jaren leverde geen vindplaats op. A. de Visser daarentegen noemt Bos zegge in een van zijn inventarisatie lijsten uit 1962. De vindplaats is echter aangekruist in een naastgele gen km-blok. Op grond van het door hem gebruikte kaartmateriaal en de soorten op zijn streeplijst, lijkt het zeer aannemelijk dat het hier om dezelfde vindplaats gaat.Dit wordt verder bevestigd door herbarium materiaal dat door Horisten in 1966, 1967 en 1969 is opgestuurd naar het Rijksherbarium. Het is heel opmerkelijk dat in de Atlas van de Nederlandse flora, Boszegge vóór 1950 alleen bekend is van een atlasblok rond Oostkapelle. Het is niet bekend waar de soort toen werd gevonden. De huidige vindplaats van de Bos zegge komt dus hoogst waarschijnlijk overeen met de door A. de Visser vermelde vindplaats. In totaal ligt er 25 jaar tussen de laatste en huidige melding. Een mogelijke oorzaak is dat er nooit intensief naar deze zegge is gezocht, en dus eenvoudig over het hoofd is gezien. Nu is boszegge een soort die op de Rode Lijst voorkomt, categorie 4. Dat wil zeggen dat Boszegge dus een potentieel bedreigde soort is, die door lokale ingrepen kan worden uitgeroeid. Zo'n ingreep zou een gewijzigd beheer kunnen zijn. Of dunning van het bos, zoals dit enkele jaren geleden op Ter Hooge het geval is geweest. Een Duitse florist, Ellenberg heeft in beukenbossen in Midden Europa hier eens onderzoek naar gedaan. Daarbij bleek dat Boszegge betrekkelijk ongevoelig is voor bepaalde vormen van bosbeheer. Dat blijkt ook voor onze vindplaats op te gaan, want op de groeiplek zijn nog duidelijk de wielsporen geduren de de dunningswerkzaamheden enkele jaren geleden te zien. Verder liggen hier nog steeds enkele destijds gevelde essen. Van een bedreiging op Ter Hooge is dus geen sprake. Ook moet het vrijwel uitgesloten worden dat de soort terug is van weggeweest. De Boszegge heeft er na de inundatie van Walcheren dus steeds gestaan. De groeiplaats van Boszegge Landelijk gezien ligt het zwaartepunt van haar verspreiding in de Eiken- Haagbeukenbossen in Zuid-Limburg. We treffen haar echter ook aan in het rivierengebied. Dat is op zich niet zo vreemd, want Boszegge is ondermeer een kensoort van de Essen-Iepen- bossen, in het bijzonder van de Hluitekruidrijke Essenbossen. Een bekend florist, Doing, merkt hierover het volgende op: "voorkomen beperkt tot het cultuurlandschap, vooral in parken en buitenplaatsen". Kijken we naar de bodemkundige aspecten in het rivierengebied, dan blijkt het Fluitekruidrijke Essenbos vooral is te vinden op jonge, gerijpte, matig voedselarme kleiige bodems die kenmerkend zijn voor polderbossen. Boszegge kunnen we dan vaak samen aantreffen met Fluitekruid, Honds draf en Grote brandnetel. Boszegge is net als Fluitekruid een soort die profiteert van de snelle strooisel vertering. Dan blijft natuurlijk de vraag open, waarom alleen op Ter Hooger Immers, er zijn meer polderbossen in Zeeland met een soortgelijk milieu, met dezelfde bodemkundige eigen schappen en historische achtergron- 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1995 | | pagina 14