eendenkooi De tropen in de Mijmeringen over de Wielewaal oor Ron Brouwer Veek van het Landschap Dudeljo", klinkt zijn lied, "dudeljo", klinkt zijn lied, dudeljo" en anders niet. Wie herinnnert zich niet c at aardige liedje uit onze jeugd; uit volle borst gezongen t jdens onze schoolreisjes? aardig bedreven geworden in het ïiteren, fluit ik ook "dudeljo" en en later, ja hoor, "dudeljo", vlak >ven m'n hoofd. De wielewaal. Nog lordat het liedje geschreven werd, rzon iemand dat mooie Neder- ndse woord. Deze Nederlandse nduiding voor een vogel kom je in en enkele andere taal tegen. Dat rwijl verwantschappen in vogel- amen t aak optreden. De verbeelding eeft, zoals we ook straks zullen zien, ij de naamgeving een grote rol espeeld. We worden gevangen door ie mvsterieuze tonen van het man- etje wielewaal daar hoog in de kro- en van het bos! En., helemaal niet o eentonig als ons liedje wel doet eronderstellen. Er zit veel variatie in. e moet de moeite maar nemen om aar hem te luisteren. Behalve z'n udeljo- melodie heeft de wielewaal og een repertoire aan alarm- en aan- erwante geluiden. Gaaiachtig schrij- :n sommige vogelboekjes. Zelfs veel eoefende vogelaars kennen die gelui en niet. Het is begrijpelijk. Je zou eslist niet verwachten, dat dergelijke eluiden bij zo n welluidende melo- ie horen. Er zit bijvoorbeeld behalve arm ook uidaging in het gaaiachtige eluid. De literatuur zegt er verder iets over. Kunnen we niet zo uit de oeten met ons fenomeen wielewaal? Wielewalen zijn verspreid over de tide wereld (niet in Noord- en Zuid- vmerika) en er zijn 28 soorten ekend. Onze wielewaal is nog de ïeest onderzochte soort en nog weet nen er weinig over. De auteurs van ogelboeken schrijven wellicht van ndere onderzoekers over. Bijvoor- ieeid dat de wielewaal naast z'n nenu van insecten, waaronder veel upsen, ook fruit eet. Dat doet de vielewaal ook, alleen niet in z'n iroedgebied in Nederland en aan- renzen'de landen. Dat brengt juist de vielewaal in zo n bijzonder daglicht. Het is van oorsprong geen vogel van hier. Het is er een van de tropen! Z'n naaste verwanten daar - in Nieuw Guinea alleen al 10 soorten - eten het menu van insecten en fruit. Onze wielewaal begint daar pas mee als hij na de zomer hier op trek gaat. Hier bij doet zich nog de bijzonderheid voor dat de wielewaal net als ganzen het familieverband lang in stand houdt. Kleine groepjes op weg naar het Zuiden doen dan in het mediter rane gebied de boomgaarden aan, waar voor het eerst fruit geconsu meerd wordt. Het fruit begint daar op dat ogenblik zo zoetjes aan rijp te worden. Ze kunnen dan flink schade veroorzaken en u weet hoe onze zuiderburen hiermee omgaan.. De wielewaal pikt niet zomaar in alle fruit. Vijgen genieten de voorkeur. Weer laat de vogel zien hoe het met z'n afkomst gesteld is. Tropische vruchten eet je niet voor niets. En nu moeten we even naar Australië. In Australië leven verscheidene soorten wielewalen die de bevolking daar heel trendy "vijgeters' noemt. Nu wordt het helemaal interessant! Als we de verspreiding van vijgesoorten over de aarde in kaart brengen, kunnen we misschien de trekbeweging van onze wielewaal verklaren. Het is namelijk zo dat alleen onze en de iets afwij kende Oost- Aziatische wielewaal trekken. Alle andere wielewalen zijn standvogels. Het trekken moet dus zin hebben. Kun je de trekbewegin- gen dan niet verklaren uit het feit dat in het jaargetijde dat hier alles in mals groen blad komt, er een overvloed is aan insecten én vooral rupsen. In het mediterrane gebied is dan alles droog. Een slimmigheidje van de wielewaal opgedaan in de tropen, waar de wetten van de jungle hard zijn, komt nu goed van pas: Harige rupsen die hier te lande, juist vanwege hun haren, verder alleen door de koekoek (ook van oorsprong een tropische vogel!) worden gegeten, staan ook op het menu van de wielewaal. De koekoeken hebben een speciaal spijs verteringsproces ervoor, maar de wielewaal heeft hier wat anders op verzonnen. Je smijt ze gewoon een paar keer flink tegen de takken en je bent de meeste haren kwijt. Een "rösti"-rups. Lekker voor de jongen, die goed en snel moeten groeien. Eiwitrijk voedsel is dan ideaal. Vijgen en ander fruit zijn dan geheel buiten beeld. Bovendien kun je die altijd nog eten. En zo lang hoeven ze daar niet op te wachten. In augustus gaan ze al terug. Ze houden het koude kikkerland voor gezien. Zo kort als ze er nog maar waren, zo snel zijn ze al weer weg ook. Opschieten geblazen. Er staan nog spannende dingen te gebeuren! Ron Brouwer is regiobeheerder van het Zeeuwse Landschap in de regio Noord. Hij woont in het kooikershuis op de eende nkooi in Anna Jacobapolder, temidden van een overdadig rijke natuur. Als vogelkenner ontmoet hij dagelijks soorten die zich elders zelden laten zien. Eén ervan is de wielewaal, die ieder jaar in het kooibos zijn jongen grootbrengt. Intussen gaan wij terug naar de naam wielewaal. Er is namelijk geen een duidige mening over de wetenschap pelijk naam van de wielewaal Oriolus oriolus. Er is een groep die denkt dat de naam ontstaan is uit het woord aureum, wat goud betekent in het latijn en dat zou dan slaan op z'n prachtige gele verenpakje. Het klinkt aannemelijk. Toch is er een eerbiedi ger verklaring. Oriol is een oud frans woord, dat klanknabootsing betekent. En iemand die goed naar de wiele waal geluisterd heeft, heeft geen moeite meer deze antieke verklaring aan te nemen. Zeker niet als we we ten dat de beo, ook al afkomstig uit 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1995 | | pagina 7