Wereldatlas van de
vogeltrek
De wereldatlas van de Vogeltrek
De vogeltrek zal altijd wel omgeven
blijven door een waas van mysterie.
Veel is er nog onbekend rondom dit
intrigerende natuurverschijnsel. Wie
ongeveer alles wil weten wat er over
de vogeltrek bekend is, kan terecht in
het prachtig geïllustreerde boek
"Wereldatlas van de vogeltrek",
geschreven door de Amerikaanse
natuurjournalist en ornitholoog
Jonathan Elphik. Met recht een
wereldatlas, want alle trekroutes van
vogels over de hele wereld staan erin.
Vogeltrek is eigenlijk nog maar een
paar honderd jaar bekend. Vroeger
gaf men heel merkwaardige verklarin
gen voor het verdwijnen van vogels.
Een Zweedse bisschop uit de zestien
de eeuw, verklaarde heel stellig dat
boerenzwaluwen de winter door
brachten in de modder van plassen en
meren. Vooral de laatste deccenia is
veel bekend geworden over de vogel
trek. Veel vragen konden worden
beantwoord door ringonderzoek,
radar- en satellietwaarnemingen. Voor
dit boek is een speciaal computer
programma geschreven om de reizen
van meer dan honderd vogelsoorten
van het noordelijk en zuidelijk half
rond in beeld te brengen. Vast staat
in ieder geval dat veel informatie over
welke route moet worden gekozen,
opgeslagen is in de genen. Veel trek
routes dateren nog van voor de
laatste ijstijden en zelfs uit de tijd van
de uiteendrijvende continenten. Het
boek geeft veel antwoorden over het
hoe en waarom van de jaarlijkse
migratie van miljarden vogels naar
hun wintergebieden. Vragen als: wat
stelt vogels in staat zulke lange
afstanden af te leggen en wat is het
geheim van hun weergaloos nauw
keurige navigatie, worden op heldere
en deskundige wijze uitgelegd.
Natuurlijk ontbreekt de kampioen
kilometervreter niet in deze atlas: de
noordse stern. Die broedt op de
meest noordelijke plekken van Groen
land en Siberië, maar hij overwintert
aan de rand van het antarctisch pakijs.
Heen en terug is dit een reis van
30.000 tot 40.000 kilometer. Dat is
ongeveer de afstand van de omtrek
van de aarde. Geen wonder dat de
noordse stern zo'n acht maanden per
jaar op reis is. Deze meest noordelijke
broedvogels zien 24 uur per dag
zonlicht, dat doen ze ook in de
antarctische zomer. Van alle wezens
op de aarde ziet de noordse stern het
meeste zonlicht.
Jonathan Elphik: Wereldatlas van de
vogeltrek
Schuyt& Co/59.50
AvdW
Boerenzwaluw met jangen
11