Het Zwin; bet reservaat dat bet eerst bij Het Zeemvse Landschap in beheer kwam leiding geweest om stelling te nemen tegen de WOV in de Zak van Zuid- Beveland, om kritisch te staan tegenover ongelimiteerde uitbreiding van windmolens en... om nog geen vastomlijnd standpunt in te nemen ten aanzien van ontpoldering. In de eerste decennia van het bestaan verliep de groei heel geleidelijk. Groei van het donateursaantal met enkele tientallen per jaar was al heel wat, en ook uitbreiding van het terreinbezit kwam heel langzaam op gang. Dat wil niet zeggen dat de stichting -met uitsluitend onbetaalde krachten!- niet veel werk verzette en de nodige resul taten bereikte. Zo werd er aktief geageerd tegen de plannen om de Schouwse duinen te verkavelen en werd het jachtrecht in het Veerse Meer gepacht om daar de rust voor watervogels te kunnen handhaven. De aktiviteiten die de Stichting in die periode ontplooid heeft hebben niet zozeer geresulteerd in de vorming vasn grote reservaten, maar ze hebben wel een zeer wezenlijke bijdrage geleverd aan het behoud van natuur en landschap in de provincie. Toch ging ook de verwerving van reservaten gestaag door; een inlaag hier, een vliedberg daar en -vanaf de jaren zestig- kleine snippertjes wei land. Een tegenslag deed zich voor op de Kaloot bij Borssele, waar dank zij de inzet van toenmalig secretaris Mr. T. Lebret een belangrijk en om vangrijk vogelreservaat gevormd was. In 1970 (ironisch genoeg het inter nationaal natuurbeschermingsjaar) werd het gebied door de Staat be stemd tot industrieterrein en verdwe nen de vogelkolonies onder zand- opspuitingen. Een triest dieptepunt. Het jaar 1975 werd het beheer over het Verdronken Land van Saeftinghe verkregen. Voor de Stichting bete kende dit een grote doorbraak. Omdat overheidssubsidies aan de Stichting gerelateerd zijn aan het aantal hectares dat beheerd wordt, werden met de inbeheername van dit reusachtige gebied nieuwe mogelijk heden geopend. Met de aanstelling van enkele beroepskrachten werd de basis voor een professionele organi satie gelegd. Daardoor ontstond een soort sneeuwbaleffect. Beroepskrach ten die hun tijd en inzet konden geien aan nieuwe aankopen en terreinuitbreidingen konden Het Zeeuwse Landschap uitbouwen tot een grote organisatie die anno 1996 zo'n 7000 hectare natuurgebied beheert, verspreid over tientallen reservaten door de hele provincie. De rol van niet-beroepskrachten is intus sen nog steeds van eminent belang. Naast het Bestuur en de Stichtings- raad, die de grote lijnen van het beleid uitzetten, zijn tientallen vrij willigers aktief als lid van de Natuur wetenschappelijke Adviescommissie, als natuurgids, of bij het toezicht en terreinbeheer. En zo hoort het ook bij een organisatie die drijft op het particulier initiatief. Chiel Jacobusse De veiligstelling van ons grootste natuurgebied, bet Verdronken Land van Saeftinghe betekende een grote sprong voorwaarts voor Het Zeeuwse Landschap

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1996 | | pagina 5