Troenboamen
vVat is de overeenkomst
assen varens, vlieren, lijster
bessen, bitterzoet, hondsroos,
u-aam, muurleeuwebek,
teeenuil, ringmus, kool- en
'impelmees grauwe vliegen-
anger, galmuggen, wapen-
Irager, wilgehoutrups en
oesje?
-iet zijn allemaal bewoners van knot-
omen. Het rijtje is nog moeiteloos
net tientallen andere organismen uit
breiden. Soms komen die soorten
af en toe eens in knotbomen voor,
aar voor een aanzienlijk aantal geldt
at de knotwilg van belang is voor
et voortbestaan van de soort in ons
nd. Dat gaat bijvoorbeeld op voor
eenuilen, ringmussen wilgehout-
upsen en wapendragers,
notbomen kunnen in zekere zin
lodel staan voor veel van de Neder-
ndse natuurwaarden in het alge-
ïeen. Ze zijn wat ze zijn dankzij het
ïgrijpen van de mens en zonder dat
ïgrijpen zouden ze nooit de natuur
aarde hebben die ze nu hebben.
en knotboom ontstaat niet vanzelf,
laar is het resultaat van een bepaalde
ianier van snoeien en beheren,
knotbomen ontstaan als een jonge
'oom op een hoogte van ruim twee
neter boven de grond wordt afge
zaagd. Op die hoogte ontwikkelt zich
vervolgens een takkenpruik die om de
ier jaar compleet moet worden weg-
.esnoeid. Dat is nodig 0111 te voor
zomen dat de boom als gevolg van
'opzwaarte uit elkaar scheurt. Op de
'lek waar de kroon ontspruit ontwik
kelt zich een sterke verdikking in de
tam, die grilliger en omvangrijker
vordt naarmate de boom ouder
wordt. Ter hoogte van die "knot"
gaat de boom inwateren en daardoor
rotten. Een oude knotboomstaam is
niet veel maar dan een bast die opge
vuld is met tot turf vergaan hout. En
juist dat maakt de boom zo attractief
als woning voor planten en dieren. In
de turf wortelen planten die zich
thuisvoelen in een zuur milieu en de
gaten vormen een ideale broedplaats
Troenboamen.
voor holenbroeders. Knotbomen zijn
in het verleden niet voor de aardig
heid aangeplant. Ze dienden om de
eigenaar van allerlei geriefhout te
voorzien. Weipalen, bezemstelen,
maar ook het brandhout voor de
bakkersoven werd geoogst van de
knotbomen.
Knotbomen behoren niet tot één
bepaalde soort. Hoewel wilgen verre
weg het meest als knotbomen voor
komen zijn ook populieren, iepen en
essen eenvoudig tot knotboom om te
vormen. Voor gereedschapsstelen
werd vooral het hout van de knotes
gebruikt, omdat dat harder en stevi
ger is dan dat van andere knotbomen.
Alle vroegere toepassingen van knot-
bomenhout zijn inmiddels achter
haald. Nu kost het voor knotters
soms moeite om een afnemer te vin
den die het gesnoeide hout gratis af
wil halen. Daarmee zijn knotbomen
in economisch opzicht een verouderd
fenomeen. Veel oude knotbomen zijn
uit elkaar gevallen door het ontbre
ken van periodiek onderhoud.
Gelukkig hebben natuurbeschermers,
en dan met name vrijwilligersclubs,
tijdig de waarde van knotbomen
gerealiseerd en, wat meer is, er is ook
daadwerkelijk aktie ondernomen. Er
moeten in Nederland inmiddels voor
honderden manjaren vrije zaterdagen
gcspandeerd zijn aan het behoud van
knotbomen. Maar het resultaat is er
dan ook naar. In t eel streken het
In West-Zeeuws-Vlaanderen beeft het
Zeeuwse Landschap vele kilometers met
knotbomen begroeide dijken in beheer.
Het is belangrijk om de bomen tijdig van
hun kruin te ontdoen, om te voorkomen dat
ze uit elkaar waaien.
wordt het landschap nog steeds
gesierd door grillige knotbomen met
de complete levensgemeenschap die
daar bij hoort. En dat is meer dan
gezegd kan worden van veel andere
waardevolle natuurelementen waarin
de mens bij het ontstaan en voort
bestaan zo'n dominerende rol heeft
gespeeld.
In goed Zeeuws heet een knotboom
een troenboam en natuurlijk zijn er
rondom zo'n talrijke boom de nodige
streekeigen gebruiken en dialectwoor
den ontstaan.