End'eiers zoeke
Het was ons als kinderen ten strengste
verboden om eieren uit te halen. Maar ook
deze regel kende een uitzondering. Het
end'eiers zoeke, het uithalen van
eendeneieren, was zo'n ingeburgerde
vanzelfsprekendheid dat er geen
pedagogisch kruid tegen gewassen was.
Het was in mijn jeugd al lang en
breed wettelijk verboden, maar wat
wil nou een in Den Haag opgesteld
wetje tegen een eeuwenlang
gewortelde traditie? Met wat geluk
kon je de buit verpatsen aan één van
de vele plattelanders die bij hoog en
bij laag volhield dat geen enkel kippe-
ei de smaak van eende-eieren kon
evenaren.
Veel eendenleed hebben mijn hard
nekkige zoektochten overigens niet
veroorzaakt. Toen ik eindelijk zover
was dat ik voor het eerste zelfgevon-
den eendennest stond vond ik het zo
mooi en ongerept, dat het verstoren
ervan wel ongeveer het laatste was
wat in mij opkwam. Maar de passie
om te zoeken is er eigenlijk nooit
meer afgegaan.
Hen eendennest kun je op de meest
onverwachte plaatsen tegenkomen.
Meestal ligt het tussen ruige
begroeiing aan de waterkant, maar op
die regel zijn legio uitzonderingen.
Een plat dak midden in de stad, dicht
struikgewas op grote afstand van het
De Weel in de Heerenpolder bij Wolpbanrtsdijk is één van de belangrijkste
weidcvogelgcbieden in Zeeland. In bet voorjaar is bet nog altijd nodig om toezicht te bonden
om eventuele eierrapers te weren. Maar minstens even belangrijk is bet om allerlei andere
bedreigingenzoals ontwatering en intensivering van bet gebruik tegen te gaan.
w ater en -dikwijls- in de kop van een
knotboom. Een voltooid legsel telt
meestal tien tot twaalf grijsgroene
eieren, die aan beide kanten ongeveer
even rond zijn. Het is te herkennen
door de aanwezigheid van een over
vloedige donzen voering van zachte
\eertjes die door de moedervogel uit
de eigen borst geplukt zijn. De eider-
eend, die zich de laatste jaren aarze
lend als broedvogel in Zeeland begint
te vestigen, wordt zelfs vanwege het
dons in gevangenschap gehouden,
maar ook onze gewone wilde eend
bekleedt haar nest rijkelijk met dons.
De donslaag in het nest zorgt voor
isolatie, maar wordt ook gebruikt om
het legsel aan het oog te onttrekken.
Voordat de oudervogel het nest
verlaat worden de eieren zorgvuldig
toegedekt. Een enkele keer komt het
voor dat een vogel in paniek van het
nest wegvlucht, zonder eerst de
eieren te kunnen afdekken. In dat
geval wordt een ander wapen ingezet
om belagers af te schrikken. De
oudervogel bevuilt de eieren met
dunne, ongelooflijk stinkende poep.
Aangenomen wordt dat vooral roof-
vijanden met een sterk ontwikkeld
geurvermogen, zoals ratten en bun
zingen, op die manier afgetroefd
worden. Het volksgeloof wil dat een
"ondergescheten" nest wordt verla
ten, maar dat blijkt in de praktijk niet
zo te zijn.
Bij de voortplanting zijn de rollen
tussen pa en ma eend nogal ongelijk
verdeeld. De enige rol van de, in dezt
tijd van het jaar fraaigekleurde
woerden, bestaat in het verleiden van
de sobergekleurde eendjes. En die
hebben hun onopvallende schutkleur
hard nodig. Vier weken lang worden
de eieren bebroed en de woerd lijkt
zich om dat hele gebeuren niet te
bekommeren. Sterker nog, zodra
mevrouw eenmaal vast zit te broeden
sluiten de woerden zich aaneen tot
baldadige groepjes, waarvoor geen
enkele dame veilig is. En wee het
ongepaarde eendje dat zich zonder
begeleiding van een partner in de
buurt van zo'n groepje waagt. Ze
wordt zodanig door opdringerige
woerden nagezeten dat er niet zelden
de verdrinkingsdood op volgt. Maar
van de mens heeft de eend, althans in
de broedtijd, weinig meer te duchten:
End'eiers zoeke is tot een bijna
verdwenen traditie geworden.
End'eiers werden ooit beschouwd nis een
22