De Verdronken Zwarte Polder
Een lappendeken van schor, strand en duinen
door Arnold van der Wees
Hol klinken de voetstappen op het plankier
naar het strand. Af en toe kraakt de
lattenbodem onder je voeten. De zilte lucht
van het naastliggende schor is indringend.
Op het strand achter de duinen walmt de
geur van zonnebrandolie. Snorrende vliegers
scheren als een duikvlucht van een
zilvermeeuw rakelings over de bepette
hoofden. Hier kun je liggen aan het strand
tot je hele lijf verbrandt. De nek van een
jongen trekt krom van het kijken naar een
meisje dat hij versieren wil. Plotseling een
gil..., door kwallen overmand rent een
meisje terug naar het strand. Recreerende
Nederland, aan ons onvolprezen strand.
Maar ook de natuur in de Zwarte
Polder recreert. Inspiratie put zij uit
de steeds maar weer veranderende
omstandigheden. Natuurlijke veran
deringen geven dit gebied een steeds
ander aanzien. In de loop van de tijd
laat het gebied als herboren, voort
durend nieuwe creaties zien. Ooit was
de Zwarte Polder een in 1623 inge
dijkte polder van het Zwarte Gat. Het
Zwarte Gat was een geul, die in de
Middeleeuwen in verbinding stond
met het Zwin. Net als het Zwin,
slibde ook deze geul langzaam dicht.
Tijdens een stormnacht in 1802 ging
de polder verloren, door een "voor-
beeldenlosen hoogen vloed". Slechts
een klein gedeelte werd nadien her-
dijkt, het resterende deel staat sinds
dien bekend als de Verdronken
Zwarte Polder. Deze ramp was echter
het begin van de ontwikkeling van
een bijzonder natuurgebied. Het res
tant van de voormalige zeedijk stoof
onder en veranderde in een weelderig
begroeide hoge duinenrij. Door dit
dichte struweel loopt een kronkelend
wandelpad, waar de bedwelmende
zoete honinggeur van de wilde ligus
ter hangt. Vanuit de onderbegroeiing
van duindoorn en egelantier bosjes
klinkt een crescendo van diepe fluit
tonen van de nachtegaal. De nachte
gaal is niet de enige vogel met zang
aspiraties, die een partner in uiterste
staat van sexuele opwinding wil
brengen. Om te vermijden dat bij
Sommige getijdegeulen staan bloot aan sterke verzanding.
gelijktijdig stemverheflfen een heksen
ketel zou losbarsten, passen vogels
een soort "zendtijdverdeling" toe. Zo
beginnen nachtegalen gemiddeld een
uur voor zonsopgang te zingen,
merels 45 minuten voor het ochtend
krieken, koolmezen een half uur,
vinken een kwartier en fitissen een
paar minuten voor de morgensche
mering. Zodoende worden langzaam
maar zeker de vroege vogels afgelost
door de langslapers. Dank zij de
"zangklok" maken vogelsoorten het
elkaar mogelijk verstaanbaar te zijn.
Dat is maar goed ook, een lange
verkeringstijd zit er niet in, want een
vogelhuwelijk is maar kort. Op een
vlier vol met witte bloemtuilen, bezet
een warmgekleurde grasmus een
zangpost. Uit het witte keeltje borrelt
een kort en rauw kwetterend liedje
omhoog. Vanaf het strand dringt op
de plaats waar destijds een bres in de
dijk is geslagen een meanderende
getijdegeul naar binnen. Periodiek
overspoelt het zilte water het daar
achter gelegen schor. Vaak blijven na
het afgaand tij wat poeletjes over, met
vooral in de nazomer een buiten
kansje daarin kleine zilverreigers te
zien foerageren. Deze kleine witte
reiger met zijn sterk verlengde kruin
veren, jaagt op allerlei kleine water
diertjes, die ze met hun poten
opjagen. De tenen en een klein stukje
van het loopbeen zijn goudgeel. Een
auteur omschreef, kennelijk in een
lyrische bui, de kleine zilverreiger
eens als de "lady with the golden
slippers". De randjes aanspoelsel
markeren de hoogte van de laatste
vloed. Het vloedmerk verraad de
aanwezigheid van de mens. Naast de
klappers van blaaswier en een enkele
dode vogel, restanten uit de coca-cola
cultuur. Het schor van de Zwarte
Polder is door het zandige karakter
haast enig in zijn soort. Natuurlijk
komen er net als in het nabij gelegen
Zwin typische schorreplanten voor.
Ook hier bepalen in de nazomer de
paarsblaauwe lamsoor en de grijs
groene zoutmelde het kleurenpalet
van het schor. Op het zandige deel
van het schor bloeit sporadisch het
rose engels gras en de in het Delta
gebied zeer zeldzame gesteeldc
zoutmelde. Gesteelde zoutmelde is
een eenjarige nazomerbloeier uit de
ganzevoetfamilie, die buiten augustus
en september nauwelijks te vinden is.
De plant is onmiskenbaar door de
vrouwelijke bloempjes, waarvan de
steeltjes uitgroeien en door de steel-
blaadjes die vorm van een omgekeer
de steekhoed hebben. Gesteelde
zoutmelde groeit graag op plaatsen
waar het zoutgehalte van het bodem-
vocht sterk wisselt. "Waarschijnlijk is
dat de reden dat deze soort de laatste
16
Week van het Landschap