Pestvogel.
ïadering op de vleugels ging en het
ijkt wel alsof deze grote vogels
noeite hebben omhoog te komen.
Door de aanhoudende oostenwind
varen er veel Kraan\'ogelwaarnemin
gen langs onze kust. een "vogelaars-
lijgeloofje" is, dat als je al aan het
regin van een vogelkijkdag een leuke
vaarneming doet, er kans is dat je die
lag veel meer leuke waarnemingen
icbt. En voor mij kwam het die dag
nderdaad uit. Vanuit de waarne-
ningshut aan het Haringviet zag ik
an dichtbij een jonge Zeearend, die
peciaal voor ons een rondje langs de
tut vloog. De eerste vijf Lepelaars op
veg naar hun broedgebied op Voor-
ïe streken neer op het strandje vlak
oor de hut.
Vanneer je als "vogelaar" op pad
;aat is het verstandig eerst de Dutch
lirding Vogellijn te bellen. Een 06
lummer waarop iedere dag alle bij-
'ondere waarnemingen van vogels in
Nederland worden ingesproken.
60 hoorden we op 24 maart dat er
en Kleine Trap werd gezien op
Vesterschouwen. En op 31 maart op
liezelfde plek zat een Griel. Als die
vaarneming op het Dutch Birding
16-nummer staat, ben je nooit de
nige waarnemer, ook op die dagen
vas het aan de schouwse damaanzet
an de Stormvloedkering druk met
'vogelaars'. De Kleine Trap en de
Vcck van het Landschap
Griel zijn beide vogels die je maar
moeilijk kunt zien, als ze in een om
geploegde akker zitten. Maar soms
heb je het geluk dat je ze even op ziet
vliegen.
Deze afgelopen winter waren er
35000 waarnemingen van Pestvogels
in Nederland. De Pestvogel, een
prachtige vogel die maar gemiddeld n
keer in de zeven jaar in Nederland
gezien wordt. In jaren dat er in hun
leefgebieden te weinig voedsel is,
komen ze hier naar toe om "onze"
bessen te eten. Het zijn meestal de
jaren waarin ook bij ons de winters
koud zijn. In vroeger tijd, braken er
na dit soort winters epidemieën uit,
omdat de mensen verzwakt waren na
de extreme koude. Men verbond aan
de komst van deze vogel, het ont
staan van besmettelijke ziektes, zoals
o.a. de Pest, vandaar zijn naam.
De Pestv ogels doen zich hier te goed
aan de bessen van de Duindoorn,
Hulst, Vuurdoorn en Cotoneaster en
aan rozenbottels. Daardoor worden
ze vaak gezien in de stadstuinen en
parken, dicht bij de mensen. Iedereen
had ze gezien, behalve ik. Steeds ging
ik kijken wanneer men er weer een
paar had gezien, maar als ik kwam
waren ze weg. Toen zei iemand dat
er een paar in de nieuwbouw wijk van
de Goese Polder zaten.
Ik ben toen in het weekeinde van
1 April meerdere malen op die plaats
gaan kijken, maar ik zag ze maar
niet... 1 april??? Eindelijk op een zon
nige middag zag ik ze daar ook,
fouragerend op lage Cotoneaster
struikjes. Ze zaten in de bomen en als
het even stil was, dan vlogen ze naar
beneden, schrokten in korte tijd de
bessen heel naar binnen. Daar kregen
ze veel dorst van, want iedere keer
vlogen ze met zijn allen tegelijk naar
de dakgoot van een huis om daar hun
dorst te lessen met regenwater. Men
sen die er woonden was het nog niet
opgevallen dat er in hun wijk een
invasie had plaatsgevonden van een
bijzondere wintergast. Een paar
dagen later waren zc er weg, de
struikjes zonder bessen achterlatend.
Deze vogels hebben de winter over
leefd, dank zij het groenbeheer van
onze gemeentes.
Dwergfla m i ngo ~s.