Nieuw bezoekerscentrum voc Jos Neve na ruim 20 jaar ervaring met Saeftinghe: door Mieke van der Jagt Boze tongen beweren dat Jos Neve een schoenenrek aan het maken is. Dat zou bij de entree van het bezoekerscentrum Saeftinghe moeten komen te staan. Jos, zo gaat het praatje, is zó trots op het nieuwe centrum, dat hij het publiek het liefst op kousevoeten zou laten lopen. Dat Jos Neve, beheersmedewerker van Het Zeeuwse Landschap in het Verdronken Land van Saeftinghe, trots is op het bezoekerscentrum, is te begrijpen. Het gebouw past Het nieuwe wonderwel in het landschap en in de bezoekerscentrum bebouwing van Emmadorp. Het van Saeftinghe in interieur zal zelfs trouwe bezoekers Emmadorp. van Saeftinghe verrassen. Dat het centrum er gekomen is, moet juist de beheerder, die al meer dan twintig jaar de noodzaak van gerichte en adequate informatievoorziening aan bezoekers zag groeien, gelukkig stemmen. Zo makkelijk is het nu ook weer niet om fondsen te werven en in om een dorp, hoe klein ook, alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Jos Neve kwam in april 1975, zo van de landbouwschool in Arnhem, naar Saeftinghe. Hij was de eerste vaste medewerker die in dienst kwam bij de Stichting Het Zeeuwse Landschap. De Stichting had zojuist het beheer over het Verdronken Land van Saeftinghe gekregen, althans over het grootste deel van het gebied. Een kleine zeshonderd hectare van het omvangrijke slikken- en schorren- gebied, was in eigendom bij de VVesterschelde B.V., die het stuk verdronken land voor 3,5 miljoen gulden verkocht aan de Antwerpse havenbaron De Cloedt. Het ging De Cloedt er als jager om, 0111 de jacht in het gebied veilig te stellen, en hij legde een bedrag op tafel, waarvan Het Zeeuwse Landschap nauwelijks kon dromen. Het gebied was destijds getaxeerd op anderhalf miljoen gulden, zodat het wel aan de neus van de natuurbescherming voorbij moest gaan. "Gelukkig werd de jacht verboden, en was het gebied voor De Cloedt niet meer interessant. We hebben toen dankzij een legaat van wijlen 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1996 | | pagina 10