dan de braam voor favoriete struik
houdt.
De tuinfluiter ontbreekt in piepjong
bos, maar ook in echt oude bossen is
de vogel bepaald niet talrijk. Bossen
van middelmatige ouderdom, waar
het kronendak nog niet zo dicht is,
dat de struiklaag gaat verdwijnen is
het rijkst aan tuinfluiters. Daar hoor
je aan alle kanten de zang, die op die
van een overhaaste merel lijkt. In
hetzelfde biotoop leeft de zwartkop,
maar dat is een van de weinigen die
ook zonder dat je de bijzonder melo
dieuze zang hoort moeiteloos te her
kennen is. Het mannetje is grijs met
een zwart petje; het vrouwtje bruin
met een roestrood petje op de kop.
Van de in bomen en struikgewas le
vende zangertjes is de fluiter bij ons
verreweg het schaarst. De fluiter heeft
een voorkeur voor de oude beuken
bossen in Oost-Nederland en het aan
tal broedparen in Zeeland ligt zelden
boven de tien.
Rietvogels
Een groot deel van de zangertjes
familie verblijft bij voorkeur in het
riet. Dat geldt bijvoorbeeld voor de
overbekende en heel algemene kleine
karekiet en de rusteloze, wat minder
algemene rietzanger. De zangertjes
uit het riet hebben over het algemeen
meer bruinige tinten, tegenover de
geelgroene kleuren van de bewoners
van bos en struikgewas. Zoals de
naam doet vermoeden, kan de bos-
rietzanger zowel in rietvelden als in
jong bos worden aangetroffen, maar
het beest stelt je ook vaak voor ver
rassingen door bijvoorbeeld ergens
middenin de polder in een korenveld
te gaan nestelen.
De sprinkhaanrietzanger en de snor
danken hun naam allebei aan een
langdurig snorrend geluid wat ze als
zang laten horen. Allebei zijn ze ta
melijk schaars, maar de sprinkhaan
rietzanger is in de duinen niet echt
zeldzaam. Het is niet zozeer een riet-
bewoner als wel een liefhebber van
ruige vlakten met hier en daar een
struikje.
Wie de zeker nog niet complete op
somming gevolgd heeft geeft wellicht
bij voorbaat al de moed op om al die
kleine beestjes te leren onderscheiden.
Maar dat is bepaald niet nodig; er zijn
tegenwoordig bandjes en cd's in de
handel waarop alle soorten prima
worden weergegeven. Veel leuker is
natuurlijk om in het veld kennis met
ze te maken. Daarvoor organiseren
we een vogelgeluidenexcursie op za
terdag 17 mei in de eendenkooi te
Anna-Jacobapolder. De start is om
10.00 uur vanaf het infogebouwtje op
de kooi (Noordweg 29).
Luistert u mee?
Binnen dit project zetten
vrijwilligers en boeren
zich gezamenlijk in voor
de bescherming t an wei
devogels op gangbaar
boerenland. De bewer
kingen die uitgevoerd
moeten worden op het
land vallen precies samen
met de broedtijd van de
meeste weidevogels. Voor
dat de werkzaamheden op het
land beginnen worden daarom
de nesten van weidevogels gemar
keerd. Meestal gebeurt het mar
keren door vrijwilligers omdat de
boer in deze voor hem drukke
periode geen tijd heeft. Door de
markering vallen de nesten eerder
op en is het eenvoudiger voor de
boer om er omheen te werken.
De nesten blijven op die manier
gespaard tijdens de werkzaamhe
den op het land. Het mag duide
lijk zijn dat goed overleg tussen
boer en vrijwilliger noodzakelijk is.
Oproep
Vrijwilliger weidevogelbescher
ming betekent: buiten zijn, prak
tisch nuttig werk, overleg met de
boer en eenvoudig onderzoek.
Weidevogelbescherming vindt
plaats vanaf eind maart tot juli.
In principe bent u als een vrijwil
liger 1 keer per week 4 a 5 uur
bezig. Maar werken met meerde
re vrijwilligers in een groep kan
tijd besparen. Het in huis hebben
van enige vogelkennis is handig,
maar niet strikt noodzakelijk.
Lijkt u dit wat?
Meldt u aan als vrijwilliger of vraag
informatie op bij:
Stichting Landschapsbeheer
Zeeland te Goes 0113 - 230936.
Nachtegaal
Project Vrijwillige
Weidevogelbescherming
19