Zoutvegetatie in bet Prunjejjebied. Vogels De Schouwse zuidkust is vanouds bekend om zijn enorme vogelrijk dom. 's Winters verblijven er onder andere duizenden brand- en rotgan zen in de Prunje. 's Zomers broeden in de inlagen en graslanden kustvo- gels als visdief, kluut en strandplevier en weidevogels als grutto, kievit en natuurlijk de tureluur, de kenmerken de broedvogel van vochtige, brakke graslandgebieden. Daarnaast vormen de hoge dichtheden aan estuariene steltlopers een zeer belangrijke na tuurwaarde. De vogelrijkdom van deze omgeving is sterk gerelateerd aan de directe nabijheid van de Oos- terschelde, en in het bijzonder de voor Schouwen liggende Roggen- plaat. De duizenden hierop foerage - rende steltlopers, zoals scholekster, kanoetstrandloper en rosse grutto, overtijen tijdens hoog water massaal in de Prunje en de inlagen. Door uitvoering van liet inrichtings plan zal de vogelrijkdom van de Schouwse zuidkust nog eens aan zienlijk toenemen. De thans hier voorkomende 'gewone' kust- en wei devogels zullen talrijker worden, om dat hun voedselgebieden, bestaande uit moerassige milieus, sterk in om vang toenemen. Er ontstaan tevens uitbreidingsmogelijkheden voor vo gelsoorten die hier thans minder alge meen voorkomen, zoals lepelaar, velduil, roerdomp, baardmannetje, ijsvogel en bruine kiekendief. Steltlopers die deels in de Ooster- schelde en deels binnendijks foera- geren, zoals ruiters en snippen, krij gen er hectares slikkig voedselgebied bij. In de gedeelten met open water zullen eenden, ganzen en zwanen massaal voorkomen, met soorten als pijlstaart, wintertaling, smient, kleine zwaan en grauwe gans. Grauwe gan zen zullen hier onder andere kunnen foerageren op de wortelknolletjes van zeebies. Als gevolg van langdurige winterse inundatie en een zoute bo dem zullen er gedeelten zijn die 's zomers nagenoeg onbegroeid zijn; ideale broedbiotopen voor pionier soorten als kluut, dwergstern, visdief en bontbekplevier. Deze vogels zijn erg kwetsbaar voor nestroof door rat en wezel. Vanwege de brede kreken en de winterse inundaties zullen de desbetreffende broedbiotopen waar schijnlijk gevrijwaard kunnen blijven van deze predatoren. Dergelijk lokaal isolement zal tevens de uitbreidings kansen voor de (vegetarische) noord se woelmuis vergroten, een bedreigde soort die nog lokaal voorkomt in de Schouwse inlagen. Successtory In het oostelijk plangedeeltc, gelegen tussen het gemaal Prommelsluis en Zierikzee, zullen de inrichtingsmaat regelen minder ingrijpend zijn. Hier wordt voornamelijk het klassieke kar- reveldpatroon, met een intensieve greppeltjes-structuur, hersteld. Het grondwater wordt minder hoog op gezet en er zullen natuurgraslanden ontstaan waarin een begrazingbeheer plaatsvindt. Vooral dit begraasde ge deelte zal optimaal zijn voor een ho ge dichtheid van weidebroedvogels en een goed foerageergebied vormen voor grote aantallen ganzen en eenden in de winter, zodat geen wildschade in het aangrenzende landbouwgebied zal ontstaan. Behalve wat betreft wildschade voor de landbouw, is de gebiedsvisie zo danig uitgewerkt dat de invloed van zoute kwel grotendeels beperkt blijft tot het natuurgebied. Rond de Prunje zal een lage kade opgeworpen worden, zodat ook een opgezet waterpeil geen overlast buiten het natuurgebied zal veroorzaken. De Schouwse zuidkust trekt de laatste jaren bijna dagelijks tientallen tot honderden natuurlief hebbers. Op de smalle dijk langs de Weevers- en Flaauwersinlagen zijn de grote touringcars vol met vogelaars uit binnen- en buitenland ondertussen een bekend verschijnsel. Uitvoering van het Schouwse plan Tureluur zal deze omgeving nog veel spectaculair der maken en een toeristische attrac tie van formaat vormen. In de ge biedsvisie worden reeds enige sugges ties voor recreatief medegebruik ge geven, zoals een fietspad door en langs het natuurgebied van Zierikzee tot de Schelphoek en een uitzicht- /infopunt op de aangrenzende, afge dekte vuilstortberg. Ongetwijfeld zullen hiervoor verdere plannen ont wikkeld worden. Plan Tureluur is vanaf het begin een successtory. De initiatienemers, plan uitwerkers en projectbegeleiders heb ben de enthousiaste sfeer die rond Tureluur hangt weten over te bren gen op overheden als de gemeente, het waterschap, de provincie en de ministeries van I.XV en V&W, waar door een bonte verzameling van doel subsidies voor de uitvoering van het plan beschikbaar kwam. Zonder an dere betrokkenen tekort te doen ver dienen hier speciaal John Beijersber- gen en Thijs Kramer, de Tureluur- coryfeën bij uitstek, vermeld te worden. Het is nog enkele jaren wachten voordat de Schouwse zuidkust een metamorfose ondergaat. Dat hier een bijzonder natuurlandschap zal ont staan is zeker. Beijersbergen J. de Maat, 1996. Gebiedsvisie voor de zuidkust t an Schouwen. Provincie Zeeland en Ministerie van Landbouw, Natuur beheer en Visserij directie Zuidwest. Rapport, 131 pp. (Te koop in boekwinkels.) Verder is geraadpleegd: G.J. Buth, 1996. Aerdgos, over zoutvegetaties op Schouwen vroeger en nu. Sterna 42/2: 43-49. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1997 | | pagina 9