Maar andere vogels kwamen ook in hun bomen naar voedsel zoeken. Vooral de spreeuwen en de merels. Er kwamen steeds meer van deze vogels en tegen de tijd dat de eieren uitkwamen waren de bomen kaalgegeten en zat de koekoek onbeschut op het nest. Er kwamen eksters en kraaien en andere roofvogels en aten menige jonge koekoek op. De koekoeken waren boos. Schijnheilig Ze vroegen de vogels naar andere bomen te gaan en daar voedsel te zoeken, maar de vogels lachten om de koekoek. Ze riepen: "Bouw je nest maar in een andere boom. een eik of een linde!, daar zit je beschut tussen de bladeren en kunnen de roofvogels je niet vinden! De vruchten zijn voor iedereen, niet alleen voor koekoeken!". Maar de koekoek was lui. Ze dacht er niet over om haar nest ergens anders te bouwen. Ze wilde niet ver vliegen om voedsel te zoeken. Toch moest er iets gebeuren want op deze manier werd er bijna geen koekoek meer groot. In de winter, ergens in een ver land, nog voor de koekoeken aan hun reis naar hun geboorteland begonnen, beleg den ze een vergadering en bespraken hun probleem. "Er moet een oplos sing voor te vinden zijn" sprak een oude mannetjeskoekoek. "Doe nu maar niet zo schijnheilig" zei een vrouwtje. "Als het op broeden en voeden aankomt zijn jullie nergens te bekennen, het is vooral een probleem voor de vrouwtjes.". "Toch" sprak het mannetje, "zal ik eens gaan praten met de uil. We kunnen nu wel aan de grote reis beginnen, zodra we er zijn zoek ik de uil op. Drie dagen na de reis zien we elkaar weer in de grote kersenboom midden in het loofbos." Regenkoning Zo gebeurde het. Het mannetje zocht de uil op en had een lang ge sprek. Ze waren het niet eens met elkaar. Na drie dagen waren alle koekoeken in de kersenboom en luisterden naar het mannetje. "De uil zegt ons dat we moeten nestelen in andere bomen. We moeten de vruch ten delen. Willen we dat?". "Nee, Koekoek!", riepen de koekoeken. "De fruitbomen zijn van ons!". "De uil zegt, als we niet delen, dat we dan streng gestraft zullen worden door prinses Lente, geloven we datr" De koekoeken wisten niet wat ze moes ten doen. Ze wilden niet weg uit de fruitbomen, maar ze wilden ook niet dat ze kaal en onbeschut tussen de takken zaten, te kijk voor alle roof vogels. Bovendien drong de tijd. Het was al eind maart. Er moest snel een oplossing komen. Ze zouden wel zien met die straf. Wat kon zo'n prinses Lente nou eigenlijk beginnen? Bestond die prinses Lente wel? Ze hadden nog nooit van haar gehoord. De koekoeken besloten naar de fruit bomen te gaan en daar met zoveel koekoeken als maar mogelijk was te gaan zitten en iedereen weg te jagen die er kwam. Op een zonnige, win derige dag bezetten alle koekoeken de fruitbomen. Natuurlijk liep dit verkeerd af. Toen de andere vogels zagen dat de fruitbomen bezet wer den door de koekoeken werden ze heel boos. Ze verzamelden zich, en onder leiding van de grootste van alle vogels, de adelaar, verdreven ze de koekoeken uit de fruitbomen. En niet alleen uit de fruitbomen maar uit alle bomen van het hele land. Nergens kon de koekoek nog een nest bouwen. Overal waar de koekoek neerstreek kwamen de vogels bijeen en joegen hem weg. Zo ging dit een aantal jaren door. Doordat er geen koekoe ken meer uitgebroed werden, waren er maar weinig koekoeken meer op de aarde, Weer verzamelden de koe koeken zich. Ze waren ten einde raad. "Wat moeten we toch doen" zuchtten ze. "Zo komt er niets van ons terecht. We zijn gedoemd tot uitsterven." Alle koekoeken begon nen luid klagend "koekoek, koekoek, koekoek, koekoek! te roepen. Het klonk zo droevig dat de regenkoning er van moest huilen. Het begon te regenen op de aarde, heel hard en heel lang te regenen. Strenge straf "Dit is nou jullie straf voor jullie hebzucht en egoïsme" hoorden ze opeens een jonge, vriendelijke stem. 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1997 | | pagina 20