r: lein plekje gen juist uitgebreid toelicht dat het poldertje vanwege de kwetsbaarheid op korte terijn nog niet toegankelijk zal zijn voor het grote publiek, begeeft in de verte een geüniformeer de gestalte zich over de afrastering. Politiefunctionaris Jan de Jonge herkent pas op enkele meters afstand de man van Het Zeeuwse Landschap. Na een korte uiteenzetting waaruit blijkt dat deze agent een behoorlijk 'groen' hart heeft, kunnen wij in alle rust onze expeditie vervolgen. René Beyersbergen: 'Wellicht dat in de toekomst wel excursies in het gebied kunnen worden gehouden. Via een vaste route zou dan meer verteld kunnen worden over de ontstaans geschiedenis van het gebied. Bij de verdere inrichting van de Oudelandse polder zullen we in elk geval rekening houden met de zonering in het gebied. In weinig gebieden is op zo'n kleine ruimte de variatie in planten en dierenleven als gevolg van de invloed van zoet en zout water zo goed zichtbaar. Dat is het waarde volle van de Oudelandse polder.' Tureluurs broeden talrijk in het zilte grasland. Lokale verschillen De natte polder is zandig en voedsel- arm. Een stuk onder aan de duinvoet doet dienst als hooiweitje; het wordt door zo'n 15 a 20 koeien van een particulier nabeweid. Beversbergen: 'Voor de orchideeën die hier rijkelijk voorkomen, is dit ideaal. De grond blijft door de beweiding open. De planten profiteren volop van de hoge waterstand en de rijke instroom van zoet kwelwater uit de duinen. Het perceel dreigt overigens langzamer hand overlopen te worden door riet. In de toekomst zal door beweiding zeker meer differentiatie in begroei ing ontstaan. De bemesting door de koeien geeft nu al lokale verschillen. Vertrappen, beweiden en bemesting biedt op de ene plaats meer mogelijkheden voor de planten en dieren dan op de andere plaats. Nu bepaalt de afrastering nog duidelijk de structuur van het gebied: de grens tussen daar waren koeien op de vochtige bodem rondscharrelen één de meer verruigde delen spreekt voor zich. In het niet begraasde deel over heerst tijdelijk het St. Jacobskruis- kruid. Brandkraan Regeren is vooruit zien: middenin de Oudelandse polder treffen we plomp verloren een metalen deksel aan waar op, gezien de tekst, een brandkraan moet kunnen worden aangesloten. Veel natuurgebieden met een derge lijke voorziening zijn er waarschijnlijk nog niet. Op de vraag hoe het tappunt daar is terecht gekomen en of de voorziening nog werkt, moet René het antwoord schuldig blijven. Het valt hem niet kwalijk te nemen; een bioloog heeft andere zaken aan zijn hoofd. Over water gesproken. Tot voor enkele jaren werd het regenwater en het water uit de riooloverstort van het Zwindorp afgevoerd via een sloot door de Oudelandse polder. Water schap Het Vrije van Sluis heeft er voor gezorgd dat dit water nu recht streeks naar het afwateringskanaal wordt geleid. De verschraling als gevolg van de maatregel heeft duide lijk bevorderd dat de soortenrijkdom groeit. Via eendenpoten en koeienlippen Op de hoger gelegen delen van het gebied treffen we onder meer typische schorreplanten als het kwel dergras en het melkkruid aan. En de lamsoor, zo dacht ik. 'Nee, nee', doceert René. 'Het gaat hier om de zeeaster; die heeft een wat vlezig blad, terwijl de lamsoor te herkennen is aan een leerachtig puntje aan het eind van het blad'. Met de opmerking De Zeeuwen weten instinctief het verschil' laat hij mij met een ont heemd gevoel voortleven. Niet alleen botanisch gezien is het poldertje erg waardevol. Kievieten, tureluurs, scholeksters voelen zich er inmiddels uitstekend thuis. Ook voor amfibieën is het een ware kraam kamer. Door de stijging van het 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1997 | | pagina 15