Dynamisch evenwicht tussen
Op pad in de Verdronken Zwarte Polder
Het is op een avond na een tropische augustusdag. Langs de dijkvoet in
West-Zeeuws-Vlaanderen wemelt het van de badgasten die terugkomen van
het strand. Op de parkeerplaats bij de frituur 't Gemaal verzamelt zich een
groep mensen van diverse pluimage voor een excursie in de Verdronken
Zwarte Polder. Een grijs geworden omaatje; stellen met jonge kinderen, een
paar tieners. Toeristen uit Limburg, een familie Duitsers, een jong stel uit
de Randstad en een enkele Zeeuws-Vlaming. Als de groep is aangegroeid tot
ruim 20 personen besluit excursieleider Awie de Zwart van start te gaan.
Net voordat we de dijk oplopen komt nog iemand uit de buurt haastig
aanfietsen om zich nog bij de groep aan te sluiten.
prijsgegeven aan de zee en daar heeft
zich het huidige sluftergebied ontwik
keld. De zee heeft overigens de
laatste decennia sterk aan invloed
ingeboet in het gebied. Het is maar
sporadisch dat het gebied tijdens
storm en springvloed nog eens onder
loopt. Een rij brandnetels aan de dijk
voet geeft aan hoever het water in dat
geval komt. Met het water worden tal
van dode plantenresten en wieren
meegevoerd en dat grove organisch
materiaal vormt een prima substraat
voor een stikstofminnende plant als
de brandnetel.
Puntdak
Op het schor worden uitvoerig de
zoutplanten bekeken. De bloeiende
lamsoor, de zeekraal met zijn cactus
achtige bouw en het met -uit het zee
water afkomstige- zoutkristallen over
dekte Engels slijkgras.
Awie is beheersmedewerker van Het
Zeeuwse Landschap en die achter
grond is op de excursie duidelijk te
merken. Steeds weer wordt stilgestaan
bij het hoe en waarom van bepaalde
maatregelen. Qua beheer valt het
schor van de Zwarte Polder uiteen in
drie gedeelten. Een klein deel wordt
jaarlijks gemaaid, bij een ander deel
wordt "een niets doen beheer uitge
voerd". Awie zegt het met zo'n van
zelfsprekendheid dat het tegenstrijdi
ge in die term bijna niemand opvalt.
Een enkeling grinninkt verstolen.
Het grootste gedeelte van de slufter
wordt door schapen begraasd. "Veel
beter dan mechanische begrazing met
de maaimachine" legt Awie uit. De
schapen zijn heel selectief in hun
Eerst even afrekenen. Dat zijn maar
een paar deelnemers. Een aantal gas
ten haalt een donateursbewijs tevoor
schijn. Tweederde van de groep heeft
een kaartje van Rekreatiecentrum De
Pannenschuur. Ook die mogen gratis
mee. Het gebied is door De Pannen-
schuur geadopteerd; dat wil zeggen
dat de recreatie-onderneming mee
betaalt aan het beheer en de instand
houding van het gebied. In ruil
daarvoor mogen de campinggasten
gratis mee op de wekelijkse excursies,
en daar wordt kennelijk grif gebruik
van gemaakt.
Awie vertelt eerst kort de geschiede
nis van het gebied. Nadat de Zwarte
Polder in 1802 overstroomde werden
binnen enkele decennia gedeelten van
het verloren land opnieuw bedijkt.
Het grootste deel is echter blijvend
Jong en oud doen mee met de wekelijkse excursies.
voedselkeuze. Het kweldergras wordt
overal gemillimeterd, terwijl een om
ringend veld met strandkweek niet
aangeraakt wordt. "Hooguit reserve
voor barre tijden", meent Awie. De
selectieve voedselkeuze van de scha
pen draagt niet weinig bij tot de gro
te variatie in plantengroei. We vinden
bijvoorbeeld massa's duizendgulden-
kruid. Dit zeldzame plantje wordt
door de schapen gemeden vanwege
de bittere smaak, maar het malse gras
eromheen wordt wel weggegraasd,
zodat het plantje alle ruimte heeft om
uit te groeien en zaden voor nieuwe
exemplaren te vormen.
De schapenbegrazing heeft zo zijn
specifieke problemen. Eerst werd het
schor begraasd met Texelaars, een
vleesras met een brede vlakke rug. In
het oneffen terrein kwamen de scha
pen nogal eens op hun rug te liggen,
en als er dan niet snel hulp opdaagt
sterft het schaap aan inwendige bloe
dingen. Daarom is er nu overgescha
keld op Drentse heideschapen. "Voor
de slager een beest van niks, maar
voor het beheer van dit gebied bij
uitstek geschikt. De rug vormt als het
ware een puntdak, en een beest wat
omvalt rolt al snel opzij en komt dan
zelfstandig weer op de been
Tweede generatiekeutels
We passeren een klaphekje in het
raster en komen dan in een onbe
graasd gedeelte. Alhoewel, wat heet
onbegraasd. Een deelnemer meent
een massa schapenkeutels te ontdek
ken, maar volgens onze gids zijn het
konijnekeutels. "Kun je nagaan hoe
weinig ik er van weet", zegt de joviale
Brabander die op de keutels atten
deerde.
Nu we toch aan het keutels bekijken
zijn geeft Awie meteen een lesje
konijnebegrazing ten beste. Nog
sterker dan de schapen gaan de
konijnen selectief te werk. Het lijkt
erop dat de grassoort geeneens de
hoofdrol speelt, want het rood
zwenkgras wat op de ene plek heel
kort afgevreten is, staat eventjes ver
der een paar decimeter hoog. Het
heeft te maken met de smaak van de
plant. Om zich tegen begrazing te
10