Over tertiaire stranden en ve landen Ons aardkundig erfgoed - - I wI De kerk van Nieuw-Namen ligt op een 5 meter hoge heuvel. Achter de kerk bevindt zich een oude zandgroeve. Een kijkje nemen in deze zandgroeve levert een verrassende ervaring op. Op een soort terrasje liggen in het verkitte zand een groot aantal uitgeprepareerde schelpen. Ze liggen kilometers van zee en op 5 meter hoogte. Dat roept onmiddellijk een aantal vragen op, die geduldig en enthousiast door de beheerder van dit aardkundige monument worden beantwoord. Natuur is een begrip, dat bij iedereen andere beelden oproept, maar dat al tijd onlosmakelijk verbonden is met plant en dier. Bij het begrip land schap komt daar nog de menselijke invloed bij. En hoewel iedereen on middellijk zal erkennen dat het aard rijk een wezenlijk onderdeel van de begrippen natuur en landschap vormt, neemt het in de beeldvorming een ondergeschikte plaats in. Willen wij echter ons aardkundig erfgoed voor de toekomst veilig stellen, dan is het dringend nodig dat er verandering komt in deze traditionele beeldvor ming over natuur en landschap. Aangezien deze aardkundige kant nauwelijks bekend is, wordt er dit jaar in de 'Week van het Landschap' spe ciaal aandacht aan besteed. In dit arti kel wordt een pleidooi gehouden voor de erkenning van het aardkun dig erfgoed als een aspect met een eigen waarde naast de betekenis die het heeft voor de natuur- en land schapsbescherming. De aardkundige verscheidenheid Zeeland is in aardkundig opzicht jong. Alleen in het zuidelijke deel van Zeeuws-Vlaanderen komt bij Nieuw- Namen een klein stukje Tertiair aan het oppervlak. De schelpen die in de verkitte zandlagen voorkomen wijzen op strandafzettingen. Hier is de kust gedurende 2,5 miljoen jaar niet zo veel verplaatst. Maar elders in ons land liep de kust meer landinwaarts. Zeeland maakt evenals het overgrote deel van ons land deel uit van het Noordzeebekken. Al miljoenen jaren daalt dit gebied heel langzaam. Daar om vinden we er behalve dit hele kleine stukje geen oude 'gesteenten' aan het oppervlak. Zeeland krijgt zijn vorm vanaf de laatste ijstijd. Tijdens die periode was hier weliswaar geen ijs, maar het was er wel zeer koud. Ten tijde van de laatste ijstijd lag de zeespiegel tien -•--•= - -sr. - Sporen van veenwinninjj in de Terseke Moer. tallen meters lager, omdat het zee water via sneeuw in het landijs was vastgelegd. De Noordzee lag daar door helemaal droog. 'Poolwinden' verplaatsten grote hoeveelheden zand, afkomstig uit rivierdalen en de droge Noordzee, dat elders weer neergelegd werd. De west-oost verlo pende zandruggen in het zuidelijke deel van Zeeuws-Vlaanderen zijn de resten van laag opgewaaide duinen. Het stadje Aardenburg is op zo'n zogenaamde dekzandrug gebouwd. Het klimaat verbeterde ongeveer 10.000 jaar geleden, de landijskappen smolten af en de Noordzee stroomde weer langzaam vol. Hierdoor steeg ook het grondwater en begon er veen op het dekzand te groeien. Tijdens de verdere stijging werd steeds meer land overstroomd door de zee en werden zeekleien afgezet. Alleen in Zeeuws-Vlaanderen bleef een deel van het dekzandlandschap bestaan. Voor de kust ontwikkelden zich strandwallen, waardoor er in de rus tige lagune achter de wallen weer veen kon groeien. Dit veen bedekte uiteindelijk nagenoeg het hele westen en noorden van ons land. De zee kwam echter bij stormvloeden regel matig via de riviermondingen het veenlandschap binnen of brak door de strandwallen heen, waarbij kreken ontstonden en kleilagen op het veen werden afgezet. Bij grote stormvloe den zoals de Elisabethvloed (1421) werd veel veen weggeslagen en viel het gebied in steeds meer eilanden uiteen. Inpolderingen en bedijkingen die al vanaf de late middeleeuwen plaats vonden, brachten de eilanden ten slotte weer bijeen, hoewel er door dijkvallen nog veel land verloren is gegaan. Op de strandwallen blies de wind al spoedig lage duinen op. In de vroege middeleeuwen werden deze 'oude' duinen grotendeels overstoven door 'jonge' duinen, die op Schouwen tot ruim 40 m hoog werden. Het over grote deel van het Zeeuwse strand- wallenlandschap is echter later weer door de oprukkende zee vernietigd. Al deze aardkundige processen leid den tot een gevarieerd aardkundig 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1997 | | pagina 4