lronken
De Week van het Landschap 1997
door G. Gongrijp
De twaalf Provinciale Landschappen organiseren van 20 tot en met
28 september voor de 17' keer de Week van het Landschap (zie agenda).
Het thema voor dit jaar is: "Onder Je Voeten". Dit keer is er speciaal
aandacht voor geologische, archeologische én landschappelijke waarden
van de natuur. Sporen van de vaak turbulente ontstaansgeschiedenis van
de Zeeuwse natuur zijn vaak nog duidelijk zichtbaar aanwezig. Zo ook in
de Yerseke Moer, waar de historische ontstaansstructuur nog volledig
intact is. Dit oudland-reservaat staat model voor een periode uit de
wordingsgeschiedenis van Zeeland, waardoor de Yerseke Moer in
aanmerking komt voor het predikaat "Aardkundig Monument". In de
ondergrond bevindt zich nog het zoute veen, wat deels vergraven is voor
de zoutwinning in de Middeleeuwen. De ontginningspatronen zijn nu
nog steeds in het landschap zichtbaar. Door inklinking van het veen
ontstonden hollebollige drassige weilanden, waarin slingerende kreken
met hun oeverwallen het reliëf bepalen. Het laaggelegen drassige weide
gebied wordt extensief beweid en is daardoor zeer vogelrijk met
broedvogels als kievit, tureluur, grutto en kemphaan. In de schrale hooi
landen bloeit 's zomers de ratelaar. Maar ook elders in de provincie kunt
u kennis maken met boeiende natuurgebieden, waarvan het "fundament"
een zaak is van water, wind, stroming, opbouw en afbraak, erosie en
opslibbing.
landschap. Want ook in het 'vlakke'
polderland zijn nog veel resten van de
woelige Zeeuwse geschiedenis terug
te vinden in de vorm van kreekjes en
kreekruggen. Deze variatie heeft niet
alleen geleid tot de verscheidenheid
in de planten- en dierenwereld, maar
ook tot cultuurhistorische ontwikke
lingen. Maar laten we niet vergeten
dat deze verscheidenheid in de aard
kundige opbouw ook een belangrijke
eigen waarde vertegenwoordigt voor
het onderzoek, het onderwijs en ze
ker niet als laatste voor de beleving
van het landschap.
De bedreigingen
Met het verschijnen van de mens in
het landschap ontstond er een nieuwe
situatie. Hoewel zijn rol in het begin
bescheiden was, maakte de natuurlijke
bosbegroeiing steeds meer plaats voor
landbouwgewassen. De bodem en het
natuurlijke reliëf bleven aanvankelijk
nog grotendeels ongemoeid, men
maakte er vooral gebruik vanLater
moest ook de bodem het ontgelden
en bepaalden niet langer alleen de
aardkundige krachten het uiterlijk van
het aardoppervlak. Mede door de
technische ontwikkelingen en de be
volkingstoename drukte de mens een
steeds groter stempel op het land
schap en langzaam maar zeker werd
het aangepast aan de behoeften van
de mens. De grootschalige inpolde
ringen in Zeeland getuigen hiervan.
Wegen hoefden niet langer over
kronkelige, natuurlijke hoogten als
oeverwallen en kreekruggen te lopen
maar konden dankzij de waterbeheer
sing een rechte lijn volgen. Natuur
lijke hobbels en kuilen vormden meer
en meer obstakels die de steeds mo
derner wordende agrarische bedrijfs
voering in de weg stonden. De win
ning van de bodemschatten, zoals
klei, zand, veen en zout veranderden
het aanzien van het oppervlak. De
zoutwinning uit het met zout ver
zadigd veen heeft met name in de
Yerseke Moer sterke invloed gehad
op het oppervlak.
verdwenen soms zelfs geheel. Wegen,
huizen en andere bouwwerken nemen
veel plaats in en verbruiken veel
grondstoffen. Bij de aanleg wordt het
aardkundig landschap aangetast of
zelfs vernietigd. De aanleg van recrea
tieterreinen gaat vaak gepaard met
grondverzet. Het natuurlijke reliëf is
dan niet voldoende en moet worden
omgezet in vijverpartijen en kunst
matige heuvels. In natuurgebieden
kunnen hoge bezoekersaantallen aan
leiding geven tot vernietiging van de
begroeiing. In duingebieden kan dit
bijvoorbeeld tot verstuivingen leiden
op plaatsen waar men het niet wenst.
Daar waar de natuurkrachten nog
actief waren, is systematisch inge-
Aardvormen, zoals kreekruggen en
dekzandruggen werden aangetast en
m."'
<ui
Samenspel van mens en natuur. Stuivend zand wordt niet behulp van stuifschermen oppevanjjen.
5