Afscheid van een gedreven vo Arnold van der Wees: "Het is altijd een kwestie van gewoor door Chiel Jacobusse Drie jaar geleden kwam Arnold van der Wees (45) bij Het Zeeuwse Landschap in dienst als tijdelijk medewerker op de afdeling voorlichting. Oorspronkelijk een aanstelling op projectbasis om een aantal projecten te begeleiden. Maar al snel bleek dat Arnold voor de Stichting veel meer kon betekenen. Hij werd betrokken bij het hele scala aan voorlichtingswerkzaamheden, vanaf het ontwerpen van infoborden, het houden van lezingen tot het schrijven van krantenartikelen en het waarnemen van de persvoorlichting. Later volgde een vaste aanstelling op part-time basis. Per 1 september vertrok Arnold naar Rijkswaterstaat, directie Zeeland, om daar voorlichtingswerk te gaan doen. Een terugblik van en met een gedreven en enthousiaste medewerker. Arnold heeft een onderwijsachter- grond. Was jarenlang als docent bio logie verbonden aan een middelbare school, maar sloot zijn onderwijs loopbaan af toen de school moest sluiten. Het lijkt niet zo'n voor de hand liggende stap om dan naar een natuurbeherende organisatie over te stappen. Hoe ben je daar toe gekomen? "Aanvankelijk ben ik gaan werken bij Agriment; een advies- en trainings- bureau in de agrarische sector. Ik kon daar niet echt mijn draai vinden, vond het nogal commercieel. Het stond in feite te ver van mijn belevingswereld af. Ik was niet alleen als biologiedo- cent maar ook in de hobbysfeer al veel langer met natuur bezig. Arnold vestigde zich 19 jaar geleden op Schouwen-Duiveland en nog geen twee jaar later werd hij actief lid van de Natuur- en Vogelwacht. "Dat kwam via een in de krant aangekon digde vogelexcursie in de inlagen. Het was voor mij een openbaring dat je zomaar een kneutje op het prikkel draad of een rosse grutto in een in laag kon bekijken". Binnen een jaar na zijn aanmelding als lid van de Natuur- en Vogelwacht Schouwen- Schrijven over de natuur is één van Arnold van der Wees' favoriete bezigheden. Duiveland nam Arnold het penning meesterschap van de club op zich en dat doet hij tot op de dag van van daag. "Van het één kwam het ander en op een gegeven moment sloot ik mij aan bij de plantenwerkgroep. Ik weet nog goed dat ik uit eigen bewe ging mijn eerste plant met de tlora determineerde. Het was een gele morgenster in de buurt van Ouwer- kerk. Ook dat gaf weer een enorme kick; dat je via een sleutel in de flora zo'n plant op naam kunt brengen en er meer van te weten komt. Net als bijna alle natuurbeschermers had Arnold zo zijn voorkeursterrei nen. Vooral in het Krammer-Volkerak volgde hij de ontwikkelingen met grote interesse. "Wat mij geweldig boeit is de snelle metamorfose van kaal schor en slik naar een parkachtig landschap; zeg maar van de lamsoor tot en met de lepelaar. Dat is bijna een spannend jongensboek". Maar ook de Yerseke Moer "met zijn tvpische veengeur in het vroege voorjaar") en de bloemdijken ("vooral de onverharde") hebben Arnolds grote belangstelling. Improvisatietalent Kun je iets vertellen over je werk bij de Stichting? Hoe zag een gemid delde werkdag eruit? "Een gemiddelde werkdag bestond niet. Dat was het leuke van het werk bij de Stichting. Iedere dag was an ders en sleur of routinewerk was er eigenlijk nooit". Minder leuke klus sen? Arnold kan ze ook na een korte denkpauze niet noemen. "Het was soms wel even stressen om werk te doen wat volkomen nieuw voor me was. De eerste werkdag bij de Stichting kwam er al het verzoek om "eventjes" het programma voor de Week van het Landschap uit te wer ken. Later stond ik als vervanger vrij wel volkomen onvoorbereid voor een groep om een lezing over de Zak van Zuid-Beveland te verzorgen. Zoiets 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1997 | | pagina 8