Uit het beheer Vreemde vogels Vliegenplagen Ieder seizoen doen zich in onze na tuurgebieden wel weer verrassingen voor als het gaat om de vogelbevol king. Een korte greep uit de waarne mingen in het afgelopen seizoen is veelzeggend genoeg. Op de Wallen van Retranchement verbleef dit voor jaar een paartje kleine zilverreigers. Ze hadden één van de vele knotbo- men betrokken en een soortgenoot die zich in de buurt waagde werd steevast verdreven. Territoriaal gedrag heet zoiets in vogelaarsjargon, en niet zelden is dat de inleiding tot de vesti ging van een broedpaar. Zover is het helaas niet gekomen, maar gezien de vele waarnemingen van de laatste jaren, lijkt het een kwestie van tijd voordat het eerste paartje zich in onze provincie vestigt. Zeer uitzonderlijk was de aanwezig heid van een roepend klein waterhoen in ons reservaat Weel in de Heeren polder bij Wolphaartsdijk. Het is een uiterst zeldzaam familielid van het gewone waterhoen, met afmetingen ter grootte van een spreeuw. De vogel leeft zeer verborgen en laat zich zelden zien. In de inlaag 's-Gravenhoek op Noord-Beveland werd zowel de wit- vleugelstern als de witwangstern waargenomen. Verder in dezelfde in laag onder meer noordse gele kwik staart en grote aantallen dwergmeeu wen. Laatstgenoemde soorten zijn wat minder zeldzaam, maar toch bepaald niet alledaags te noemen. In de directe omgeving verbleef tijdelijk een Griel. De inlaag blijft een hot spot voor vogelaars en natuurlijk is het ook aan de grote interesse van waarnemers te danken dat in de 's-Gravenhoek zoveel bijzondere soorten worden gezien. Niet bijzonder is de Vlaamse gaai. Het is één van de vele bosvogels, die in de Zeeuwse polders behoorlijk in de lift zit. Maar het wordt een ander verhaal als zo'n Vlaamse gaai midden in het Verdronken Land van Saef- tinghe verschijnt. Vogelaars van de Steltkluut ontdekten de gaai, en vrij wel direct werd ook het waarom van zijn vreemde gebiedskeuze duidelijk. De vogel werd achtervolgd door een slechtvalk; een in de broedtijd zeer zeldzame roofvogel, waarvan een paartje één van de koeltorens van de kerncentrale Doel als domicilie had gekozen. Nog zo'n onverwachte waarneming in Saeftinghe waren de resten van een kruisbek in het nest van een bruine kiekendief. De kruis bek is een invasievogel die zich alleen in bepaalde jaren bij ons laat zien. In de afgelopen zomermaanden werden ook in Zuid-Beveland en op Walche ren vrij veel kruisbekken waarge nomen. Sommige insecten ontwikkelden zich dit jaar zo goed dat er omvangrijke plagen ontstonden. Van tal van plaat sen werden vliegenplagen gemeld. Zo bijvoorbeeld ook in het Bezoekers centrum Saeftinghe, waar de vliegen met duizenden tegelijk rondzwerm den. De oorzaak moet niet gezocht worden in het warme weer, maar vooral in de opslag van mest. Daarin ontwikkelen zich de larven, om zich vervolgens massaal te vermenig vuldigen. In samenwerking met de land- en tuinbouworganisaties (LTO-raad), de NOP (pluimveehouderij) en de ge meenten Borsele en Noord-Beveland is onze Stichting een onderzoek ge start om de oorzaken van de vliegen plagen te vinden. Doel van het onderzoek is ook om gezamenlijk een methode te vinden om het ontstaan van vliegenplagen op een voor het milieu verantwoorde manier tegen te gaan. Want vliegen kunnen niet alleen knap lastig zijn; ze vormen ook een belangrijke voedselbron voor allerlei vogels, en het hoeft geen betoog dat massaal gebruik van de gifspuit niet alleen de vliegen, maar ook vogels als zwaluwen, kwikstaarten en andere insecteneters treft. Kruisbekken zijn in flink aantal tejjast deze zomer. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1997 | | pagina 12