Nadat in 1648 de Vrede van Munster was getekend is er geleidelijk begon nen om het verloren gegane gebied weer in cultuur te brengen door het graven van ontwateringsgreppels en de aanleg van een uitwateringssluisje in de Ringdijk. Geleidelijk kwam een deel weer voor landbouw en bewoning in aanmer king. Vanwege de toch nog periodiek optredende wateroverlast zal het bestaan ongetwijfeld niet gemakkelijk zijn geweest en vermoedelijk is dit de reden dat in 1906 de laatst overge bleven boerderij weer is afgebroken, deze stond ter hoogte van Scherp- bier. De stenen zijn gebruikt om aan de andere kant van de Scherpbierse weg een nieuwe boerderij op te bouwen. Er resteert nog een erfvveg, het fundament en een veedrinkput. De ontwatering van het gebied kon pas voortvarend ter hand worden genomen in de tweede helft van deze eeuw. De techniek verbeterde en de landbouw had de wind in de zeilen. Er werd een nieuwe watergang gegra ven vanaf de Henricusput dwars door de Blikken naar de Nieuwer- kerkse kreek en tegelijk werd met de delfgrond een groot aantal kreken en laagten opgevuld en vervolgens geëgaliseerd. Deze ingreep wijzigde de hydrologie van het gebied volledig en betekende een enorme dreun voor de natuur van de Blikken, terwijl opnieuw een deel van de oorspronke lijke geomorfologie werd vernield. Hooguit 20 ha van het oorspronke lijke geulenstelsel was dan nog welis waar intact gebleven, maar wel volledig verdroogd. Slechte tijden, goede tijden. Rond 1990 bracht het ministerie van LNV het natuurbeleidsplan uit en daarop aansluitend omgrensde de provincie Zeeland de Blikken en de direkte omgeving als natuurgebied. Tegelijkertijd was er in de streek een landinrichting gaande. De hoofd gedachte van een landinrichting is om de boeren betere vooruitzichten te geven. Dat kan door onrendabele gronden te ruilen met betere gronden en liefst dichterbij de boerderij. En zo was het mogelijk, dat in een megaruil vrijwel alle boeren met grond binnen het reservaatsgebied de voor hun oninteressante natuurgrond konden ruilen met betere grond buiten de reservaatsgrenzen. Eén perceel van 3 ha bleef in gebruik als landbouw grond. Een andere gedachte van het Natuur beleidsplan is ook een kwaliteitsver betering van de natuur; een hogere grondwaterstand schept meer variatie in de typen leefgebieden en dus ook een toename van de huisvestings mogelijkheden voor meer soorten planten en dieren. Voor de natuur van de Blikken is het van belang de oorspronkelijke hydro logie zo veel mogelijk in oude glorie te herstellen. Dat is deels uitvoerbaar gebleken omdat een vroegere hoofd waterloop zijn functie voor de land bouw had verloren. Drainagewater van elders hoeft immers niet nood zakelijkerwijs door het reservaat gevoerd te worden, maar kan ook buiten het natuurgebied om geleid worden. Langs de rand van het na tuurgebied werd een nieuwe water loop gegraven en de oude werd deels gedempt. Het gebied heeft bij benadering de vorm van een soepbord en dat bete kent dus dat nu al het hemelwater in het gebied kan achterblijven, ook al omdat de drains het water ook niet meer afvoeren naar de sloten. De eerste winter was het resultaat al meteen te zien. Het water steeg tot boven het maaiveld en vormde grote re en kleinere plassen met grillige oevers, verbonden door een netwerk van kreekjes. Het plasdraslandschap werd nog uitgebreid omdat een deel van de eerder opgevoerde grond weer kon worden verwijderd en waarbij tegelijk een nieuw eiland werd aange legd. Op het einde van de winter is de waterstand op z'n hoogst. In de loop van het voorjaar neemt het neer- Dc Blikken. 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1997 | | pagina 5