Broedvogels van de Blikken in 1996 en 1997
slagoverschot af en neemt de verdam
ping toe, met als gevolg dat de water
stand geleidelijk daalt en er slikken
kunnen ontstaan. De overwegend
zoete slikken en ondiepwatergebieden
vormen een uitstekend leefgebied
voor ongewervelde dieren, die op
hun beurt weer worden geconsu
meerd door steldopers.
De gedaanteverandering van de Blik
ken valt in goede aarde bij de broed
vogels en de ganzen (2000 exx.),
smienten (1100 exx) en kievitten
(600 exx) met name dus die soorten
van open en natte leefgebieden.
Het doel van de beheerder is om via
extensief beheer het huidige land
schapsbeeld te behouden, waarbij de
flora en fauna de kansen krijgen zich
verder te ontwikkelen. De aaneenge
regen percelen zijn opnieuw inge
deeld volgens logische topografische
eenheden en bij boeren in gebruik
gegeven. Er zijn met de boeren een
aantal afspraken gemaakt over het
beheer, zoals het niet strooien van
kunstmest en de veedichtheid. Deze
condities staan borg voor de ge-
'96
'97
'96
'97
Grauwe gans
1
1
Gele kwikstaart
9
6
Bergeend
9
8
Witte kwikstaart
1
1
Zomertaling
1
1
Winterkoning
4
4
Wintertaling
1
2
Heggemus
3
2
Wilde eend
17
15
Merel
8
6
Slobeend
4
3
Zanglijster
1
-
Kuifeend
1
2
Kleine karakiet
2
3
Patrijs
9
5
Spotvogel
1
-
Fazant
8
8
Braamsluiper
1
2
Waterhoen
5
2
Grasmus
6
6
Meerkoet
5
7
Zwartkop
1
1
Scholekster
8
7
Fitis
1
-
Kluut
32
19
Grauwe vliegevanger
1
1
Kleine plevier
1
2
Ekster
1
-
Kievit
22
36
Ringmus
1
1
Grutto
7
6
Kneu
5
8
Tureluur
6
11
Rietgors
3
2
Houtduif
6
6
Koekoek
2
1
Ransuil
-
Veldleeuwerik
12
16
Graspieper
17
16
wenste natuurlijke ontwikkeling.
Geleidelijk zullen de monotone gras
vegetaties in de vochtige laaggelegen
Dankzij de gewijzigde waterhuishouding staan in de winter grote delen onder water.
delen steeds meer plaats gaan maken
voor vegetaties van dynamische
pioniersmilieus. De invloed van de
zoute kwel zal waarschijnlijk afnemen,
maai' tot op heden kunnen zeekraal,
schijnspurrie en kweldergras het er
nog goed uithouden.
Het natte en onbeboste landschap
van de Blikken is onlosmakelijk ver
bonden met de ontstaansgeschiedenis
van Zeeuws Vlaanderen. Zodra de
mogelijkheid zich voordoet wordt de
rest van de eerder opgevoerde grond
weer verwijderd, waarmee het oor
spronkelijke kreeklopenstelsel wordt
hersteld. In overleg met de water
beheerder en de provincie zullen we
naar wegen zoeken om de waterhuis
houding nog meer te optimaliseren.
De eerste doelstelling is natuurlijk
om het restant landbouwgrond, wat
al als reservaatsgrond is begrensd,
maar niet via de ruilverkaveling kon
worden uitgeruild, aan te kopen en
als natuurgebied in te richten.
Daarnaast is het noodzakelijk om, in
samenspraak met particulieren en
andere verwante organisaties, nieuwe
kansen en mogelijkheden voor de
ontwikkeling van dit type streekeigen
natuur te benutten.
6