Zeeland
Nog slechts 3
Rode Lijstsoorten
Op kale zanderige plekken in de
zeereep vinden we de meeste heivlin
ders waarvan de rupsen leven op fijne
grassoorten zoals buntgras. Nu zand
verstuiving in het duingebied weer
plaatselijk, zoals op de Kop van
Schouwen, wordt toegestaan zal de
heivlinder het daar ongetwijfeld beter
krijgen. Wel zijn er zorgen over de
kleine parelmoervlinder, want de
huidige vliegplaatsen dreigen over
groeid te worden met helm, ruigte en
struweel waardoor het duinviooltje
niet meer kan stand houden. Op de
Kop van Schouwen zijn de laatste
jaren geen populaties van deze soor
ten meer gevonden.
Het bruin blauwtje, waarvan de rups
leeft op ooievaarsbek- en reigersbek-
soorten, is vaak aanwezig op schrale
dijken met lichte begrazing, maar ook
wel in schrale bermen of dijken waar
1 of hooguit 2 keer gemaaid en het
maaisel afgevoerd wordt. In Zeeland
is het bruin blauwtje de laatste jaren
opvallend veel waargenomen. Hoewel
er intensiever naar deze soort is ge
zocht kan de verbetering ook tijdelijk
zijn, omdat de warme zomers van de
laatste jaren een gunstige invloed
hadden op het voorkomen van deze
vlindersoort.
Algemene soorten worden
steeds algemener
Deze tendens zien we onder andere
bij de soorten zoals de kleine vos
(Aglais urticae) en dagpauwoog
(Inachis io), waarvan de rupsen op
grote brandnetel leven, een kruidige
plant die profiteert van voedselverrij-
king Daarnaast is er een categorie
'thans niet bedreigd' die licht achter
uit gaat. Gelukkig worden daarvan
nog tot op heden onbekende vlieg
plaatsen ontdekt. Zo is enige voor
kennis van biotoopeisen nodig om
het oranjetipje (Anthocharis carda-
mines) te zien, want deze fraaie
vlinder vliegt in april en mei in lichte
bossen of bosranden. Het koevinkje
(Aphantopus hyperantus) vliegt
slechts een zeer korte tijd in juli op
vochtige plekken met struweel. De
eikenpage (Neozephyrus quercus) is
ongeveer vanaf half juli tot half
augustus te vinden op plekken met
grote zomereiken, waar ze de meeste
tijd in en rond de boomkruinen t er-
blijven. Er is wat geluk voor nodig
om deze vlindersoorten te kunnen
fotograferen.
Een dagvlindcratlas van
Zeeland
Met name voor inrichters en beheer
ders van terreinen is het uiterst
belangrijk om alle waarnemingsgege-
vens goed en duidelijk vast te leggen
voor de toekomst. Al diverse jaren
zijn we dan ook bezig om deze gege
vens in een databestand in te voeren.
Dit resulteert tenslotte in een jaar
overzicht met daarin alle vlinderwaar-
nemingsgegevens per soort beschre
ven, compleet met overzichten van
vliegtijden en verspreidingskaartjes.
Zo krijgen we een goed beeld van de
verspreiding van vlindersoorten over
onze provincie. Ons streven op lange
termijn is de uitgave van een comple
te vlinderatlas van Zeeland. In Fries
land en Limburg is men daarmee al
bijna zover. Provinciale vlinderatlas
sen zijn veel nauwkeuriger dan een
landelijke atlas (waarvan een nieuwe
uitgave mogelijk al in 1999 zal ver
schijnen), want iedere vierkante kilo
meter willen we onderzoeken. Op
bijgaand overzicht is te zien welke
kilometerhokken al redelijke geïnven
tariseerd zijn. Toch moet er nog veel
werk verzet worden. Dat kan alleen
als er zo veel mogelijk mensen mee
doen. Er zijn nu al bijna 100 leden
en donateurs binnen onze Vlinder
werkgroep, waarvan meer dan de
helft ook waarnemingen doorgeeft
vanuit bijvoorbeeld de eigen tuin of
de woonomgeving. Leden en dona
teurs ontvangen onze eigen periodiek
"de Zeeuwse Prikkebeen" die vier
keer per jaar verschijnt. Deze staat
boordevol met regionale informatie
over de beste vlinderplekjes, versprei
dingskaartjes, excursies, interessante
lezingen, cursussen, lijsten met waar
genomen dag- en nachtvlinders of
Eikepapje op de schotsman.
libellen, monitoringsverslagen, tips
voor de vlindertuin enz.
Heeft u interesse voor onze activitei
ten, dan kunt u terecht bij de volgen
de adressen:
- Anton Baaijens, Grote Abeele 40
4388 VW Oost-Souburg
0118-635563
- Henk Wagenaar
Voorburcht 16, 4421 EN Ka felle
0113-343987
Brain blauwtje op rinpjclwikkc
9