Nieuwe archeologische vondl
verdronken Land van Saeftii
door J. Jongepier
In januari 1995 vonden de gidsen Richard
Bleijenberg en Jean Maebe aan de zeezijde
van het Verdronken Land van Saeftinghe, in
de omgeving van het lichtbaken Mariemont,
enkele vuurstenen voorwerpen.
Op die dag was de waterstand zeer laag
door springtij in combinatie met een stevige
zuidoosten wind (ongeveer 2.80 meter
onder N.A.P.).
Richard Bleijenberg, die tevens AWN-lid is,
belde mij en aangestoken door zoveel
enthousiasme was ik wel verplicht zo snel
mogelijk op onderzoek uit te gaan.
Op een gunstige dag in april van het
zelfde jaar vertrokken we met een
groepje naar de vindplaats, die we na
een wandeling van ca. anderhalf uur
en wat glij- en glibberpartijen
bereikten.
Door stroomveranderingen in de
Westerschelde is de kust ter plaatse in
de loop van de tijd afgebrokkeld
-soms wel vijf meter per jaar- waar
door een klif is gevormd. In het pro
fiel van dit klif kan een dikke veenlaag
worden waargenomen, met daaronder
zand, dat op het einde van de laatste
of zeer weinig veen is afgezet. Wan
neer je op die plek met een troffeltje
enkele millimeters strandzand van her
loops lak verwijdert, komt het zand
uit de laatste ijstijd al bloot. In dat
zand komt de vuursteen voor.
Gewapend met deze kennis zijn
Richard, Jean en ondergetekende in
1997 vier keer onder zeer wisselende
omstandigheden op onderzoek uitge
gaan. Op 13 juni trokken we de
schorren in, nadat het daarvoor enke
Ie weken zeer streng had gevroren.
Ondanks de ingetreden door lagen de
geulen nog s ol met grote ijsschotsen,
waar we met een boog omheen
moesten lopen. Zelfs aan de laag-
watcrlijn bij de vindplaats lagen nog
grote ijsblokken, die we soms moes
ten wegduwen om nog iets te kunne
doen. Maar het was de moeite waard.
We hadden weer diverse stukken
vuursteen opgeraapt en enkele fraaie
sfeerplaatjes gemaakt.
ijstijd door de wind is afgezet. Het
onderste gedeelte van het veen be
staat uit bos- en rietveen en wordt
basisveen genoemd, omdat het de
eerste veenlaag is die na de ijstijd is
gevormd. Hierin zijn prachtige
boomwortels en soms zelfs nog grote
delen van boomstammen te zien. De
vorming van het basisveen is op deze
plek 6300 jaar geleden begonnen en
eindigde ongeveer 5000 jaar geleden.
Het is ontstaan doordat het gebied
natter werd door de zeespiegelrijzing.
Het basisveen gaat geleidelijk over in
het zogenaamde Hollandveen, dat
enige tijd later is gevormd. Het
grootste gedeelte van het profiel
bestaat uit dit veen.
Het huidige oppervlak dateert uit
historische tijden. Hier en daar zijn
nog kleine stokken zichtbaar, die
herinneren aan de visserij op anjovis.
We vonden op de plek, waar Richard
en Jean de vondsten hadden gedaan,
ook enkele door mensen bewerkte
stukjes vuursteen.
Tot het begin van dit jaar zijn we nog
diverse malen teruggegaan naar de
locatie. Het succes was wisselend. De
moeilijkheid was de plek te vinden
waar de vuurstenen voorwerpen oor-
Spits (voor- en zijaanzicht).
Schrabber (voor- en zijaanzicht).
spronkelijk zijn achtergelaten, want
meestal waren ze blootgespoeld.
Maar na de bezoekjes aan de vind
plaatsen kregen we toch een vrij dui
delijk beeld van de plaats en de
omvang ervan. Het bleek dat de vuur
steen zich bevond op een wat hoger
gelegen zandrug, waarop later geen
Afslaej lanas de schorrand.
16