r-ffl'.v t r.-.n. -tH&.'yV;' -. bloeiende moerasandijvie langs de oever van de Plaat van de Vliet. moeten proberen vooral niet te snel geforceerd resultaat te willen boe ken. Op de lange termijn zet dat geen zoden aan de dijk. Met andere ivoorden geef het Volkerak-Zoom meer tijd en ruimte! Oplossingen we de waterkwaliteit voor langere tijd goed krijgen dan moeten li e in de eerste plaats de toevoer van via de Brabantse rivieren Maar daar alleen red- pen we het zoals gezegd niet mee en dus zetten we hoog in op aanvullende maatregelen. Een voorbeeld daarvan Is het herstellen en versterken van natuurlijke processen waardoor ver worden omgezet, of vastgelegd. Maatregelen gericht op natuurlijke zuivering zijn bet meest effectief wanneer zij in het stroomgebied van bron tot mon ding genomen worden. Belangrijk is groots aan te pakken om een Effectieve bijdrage te kunnen leveren tan het verbeteren van de waterkwa liteit. Natuurontwikkeling bestaat uit het maken van moerassen en bossen langs beken, rivieren en meren. Dit geeft meer ruimte aan water en daar mee aan natuurlijke zuivering. Hier is een belangrijke taak weggelegd voor de verschillende beheerders om be stuurlijk en maatschappelijk draagvlak te crelren. Afstemmen De komende periode ligt de nadruk op de integrale benadering. Het streven is het Volkerak-Zoommeer en de daarin uitmondende Brabantse rivieren te zien als één stroomgebied om zo het waterbeheer en te nemen aanvullende maatregelen beter op el kaar af te stemmen. Daarnaast is afstemming tussen oever- en water beheer een must om onder andere de mogelijkheden van de oeverzone op timaal te benutten. Het lijkt op voor hand niet zinvol om alle gebieden op dezelfde wijze te beheren, immers "meer natuurlijke dynamiek is belang rijk!" Een eerste aanzet is gegeven Behoud van dynamiek; daar gaat het om De beheersoverdracht van de Plaat van de Vliet en het Zeeuwse deel van de Slikken van de Heen vond plaats in de turbulente periode vlak na de afdamming van het Krammer-Volkerak. Er was een pijlsnelle ontwikkeling van verzoeting en daarmee gepaard het verdwijnen van de flora en fauna t an het zoute getijdemilieu. Tegelijkertijd speelde de vestiging van tal van nieuwe planten en dieren. Een en ander betekende een enorme uitdaging om als beheerder op de ontwikkelingen in te spelen. Nu we tien jaar verder zijn blijken veel ontwikkelin gen keurig volgens verwachting te lopen. De voor spelde planten van natte duinvaileiln zijn massaal verschenen; zelfs de lepelaar heeft zich inmiddels in het gebied gevestigd. Van meet af aan was duidelijk dat in een wetland als het Krammer-Volkerak de natuurwaarde vooral geconcentreerd is in de oeverzone. Daar is bij de inrichting ook op ingespeeld: via de aanleg van eilandjes is de oeverlengte verdrievoudigd. Binnen het kader van een integraal grootschalig beheer paste wel het toepassen van begrazing. Wat beoogd wordt is een afwisseling van open en gesloten landschap. Daarvoor wordt extensieve begrazing toe gepast, met uitzondering van het gebied Beukelen- berg op de Slikken van de Heen, waar de begrazing intensiever is. Aan de aanleg van dit begrazingsgebied heeft niet echt een natuurwetenschappelijk streef beeld ten grondslag gelegen. Het was eerder een gebaar naar de landbouw, om ganzenschade aan de gewassen te beperken. Niettemin is er in dit deelge bied een heel waardevolle ontwikkeling. Er broeden grote aantallen weidevogels, zoals grutto, kluut en tureluur, en er komt een fraai ontwikkelde vegetatie van natte duinvalleien voor. Het inzetten van grote grazers, zoals Schotse hoog landers op de Slikken van de Heen voegt aan het aspect begrazing een bijzondere meerwaarde toe, zij het dat er vooral in de beginfase nog de nodige ervaring moest worden opgedaan. Inmiddels loopt er een flinke kudde hooglanders rond en ook het publiek is daarover enthousiast. Wat voor de komende periode van belang is, is voor al het behoud van dynamiek. Als je niet alert blijft wordt het Krammer-Volkerak een eendenvijver met groene soep. Vooral een grotere peilwisseling kan er voor zorgen dat het systeem dynamisch blijft. Vóór alles is het echter nodig om een nieuwe visie te ontwikkelen op basis van evaluatie van de ontwikkelingen en ervarin gen in de afgelopen 10 jaar. Daarin moeten ook nieuwe elementen, zoals het landbeheer van de eilandjes worden meegenomen. Ron Brouwer 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1998 | | pagina 19